De ministers Van der Steur (Veiligheid en Justitie) en Plasterk (Binnenlandse Zaken) hebben de Tweede Kamer in een brief verzocht stemming over het wetsvoorstel dat de bestuursrechtspraak in hoger beroep reorganiseert, uit te stellen. De ministers willen in het kabinet de mogelijkheid bespreken het wetsvoorstel in te trekken.
Volgens het wetsvoorstel zouden de zaken die nu door het College van Beroep voor het bedrijfsleven worden gedaan (sociaal-economisch bestuursrecht), overgaan naar de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De zaken van de Centrale Raad van Beroep (sociale zekerheids- en ambtenarenrecht) zouden worden verdeeld over de gerechtshoven.
De ministers Plasterk en Van der Steur concluderen in hun brief dat met name twee amendementen bij het wetsvoorstel ‘zo zwaarwegend’ zijn dat om uitstel van stemming wordt gevraagd. Het gaat om een amendement dat regelt dat leden van de grondwettelijke Raad van State niet in de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kunnen worden benoemd. Het tweede amendement roept op de CRvB-expertise onder te brengen in een apart, sociaal-bestuursrechtelijk gerechtshof.
Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak, is voorstander van intrekking. Volgens Bakker is het wetsvoorstel een gemiste kans om het stelsel van bestuursrechtspraak in hoger beroep overzichtelijk en eenvoudiger te maken. ‘Het belangrijkste is nu dat dit wetsvoorstel van tafel gaat.’ De Rechtspraak heeft eerder aangegeven voorstander te zijn van de vorming van één bestuursrechtelijk gerechtshof.