Ze gaan internationale samenwerkingsverbanden aan en richten buitenlandse vestigingen op. Advocatenkantoren plaatsen hun piketpaaltjes meer en meer over de Nederlandse grens.

Sabine Droogleever Fortuyn

Wie het nieuws bijhoudt, kan er niet omheen. Nederlandse advocatenkantoren ontplooien volop activiteiten over de grens. Zomaar een greep uit de vele ontwikkelingen: De Brauw Blackstone Westbroek opende dit jaar een hub in Frankfurt en breidde de vestiging in Singapore uit met een arbitragepraktijk. Het Bossche BANNING zet dit jaar vestigingen op in New York en Singapore. Advocatenkantoren Buren en HIL International Lawyers & Advisers fuseren om de slagkracht van hun op China gerichte praktijk te vergroten.

De internationalisering van de advocatuur staat niet op zich. Onderzoek van organisatieadviesbureau Berenschot, Strategy Trends 2016, wijst uit dat het merendeel van de CEO’s in uiteenlopende branches kansen in het buitenland ziet. Aan het onderzoek deden meer dan vijfhonderd bedrijven mee. Respondenten werkzaam in de zakelijke dienstverlening vormden de grootste groep (38 procent). Bijna de helft van de bedrijven voorziet dat buitenlandse afzetmarkten in de toekomst belangrijker worden dan de Nederlandse markt.

Nederlandse bedrijven richten zich in toenemende mate op de internationale markt, zegt ook Steven Brakman, hoogleraar internationale economie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Niets nieuws onder de zon, voegt hij daar aan toe. In de zestiende eeuw hadden we tenslotte al de VOC. De transportrevolutie van de negentiende eeuw bracht de globalisering, gekenmerkt door mondiale concurrentie, op gang. Brakman: ‘Nu maken we weer zo’n revolutie mee, die heeft te maken met de ICT. Technologie maakt het mogelijk het productieproces op te knippen om vervolgens te bezien waar op de wereld afdelingen het best tot hun recht komen. Softwareafdelingen worden verplaatst naar India, R&D-laboratoria naar Duitsland.’

Advocatenkantoren deinen mee op de internationale golven. Tot dat inzicht komt ook het jongste ABN AMRO-brancherapport over de advocatuur. Grote advocatenkantoren zijn daarbij in het voordeel; via hun internationale netwerk trekken ze gemakkelijk multinationals aan als klant. Voor regionale kantoren is dat lastiger, concludeert de bank, door hun kleinere netwerk en beperktere budget.

Toch laten zowel grote, middelgrote als kleine kantoren zich in het buitenland gelden. Ze openen buitenlandse vestigingen, gaan fusies aan of internationale samenwerkingsverbanden met buitenlandse kantoren. Het Amsterdamse advocatenkantoor Kennedy Van der Laan sleepte dit jaar met haar Alliance for Nike een nominatie van The Financial Times voor de FT Innovative Lawyers Awards in de categorie Innovation in New Model Legal Businesses in de wacht.

Naast China ziet Joost Vrancken Peeters, partner van het Rotterdamse Kneppelhout & Korthals Advocaten, landen als Vietnam, Thailand en Indonesië als belangrijke groeimarkten.’Het zwaartepunt van de wereldeconomie verschuift naar Azië.’ Ook Geert Potjewijd, partner bij De Brauw Blackstone Westbroek ziet toekomst in het Verre Oosten. Frankfurt en Brussel noemt hij bovendien vanwege de toenemende toezichtbevoegdheid van de Europese Centrale Bank en de groeiende Europese regelgeving. Ook worden Zuid-Amerika en Zuid-Afrika volgens Potjewijd steeds interessanter voor de advocatuur.

Is het voor advocatenkantoren überhaupt nog wel houdbaar zich op de lange termijn enkel en alleen op de Nederlandse markt te richten? ‘Niet voor de grote kantoren’, zegt hoogleraar Brakman. ‘Wil je heel gespecialiseerde diensten aanbieden dan is dat slechts levensvatbaar op grote, internationale schaal.’ Maar daar voegt hij direct aan toe: ‘Er blijven natuurlijk ook gewoon lokaal advocaten nodig; ook in Winschoten heb je (v)echtscheidingen.’

Dit artikel is verschenen in het Advocatenblad van november 2016. De hele editie is hier te lezen.

Sabine Droogleever Fortuyn

Sabine Droogleever Fortuyn

Redacteur

Profile page
Advertentie