Een Haagse advocaat die ten onrechte diverse toevoegingen had gedeclareerd is in hoger beroep opnieuw veroordeeld tot schrapping van het tableau. In juni was de man ook al geschrapt door de Raad van Discipline in Den Haag.

De advocaat wordt onder meer verweten dat hij toevoegingen heeft aangevraagd en gedeclareerd voor zaken, waarin hij geen rechtsbijstand heeft verleend. Bovendien maakte hij misbruik van derdengelden en wilde hij niet meewerken aan tuchtrechtelijk onderzoek. Volgens de Haagse deken handelde de advocaat niet integer en werd hij gedreven door onjuiste financiële motieven. Ook weigerde hij in te zien dat hij handelde in strijd met de kernwaarden van de advocatuur, met de gedragsregels en met artikel 46 Advocatenwet. Zijn kantoororganisatie bleek ook nog eens ondeugdelijk. In veel dossiers ontbraken opdrachtbevestigingen en was niet terug te vinden welke werkzaamheden waren verricht voor aangevraagde toevoegingen.

De betreffende advocaat vroeg het Hof van Discipline zijn schrapping ongedaan te maken omdat hij wel degelijk werkzaamheden zou hebben verricht voor ingediende declaraties. Het hof stelt echter dat daarvoor elk bewijs ontbreekt. Het deelt het oordeel van de raad dat de advocaat misbruik heeft gemaakt van gemeenschapsgeld en zich ongeoorloofd heeft verrijkt. Ook alle andere onderdelen van het dekenbezwaar acht het hof, net zoals de raad, gegrond.

 

 

 

 

 

Advertentie