Een advocaat die tijdens werkbezoeken aan Thailand kosten maakte voor wijnen en massages en een declaratie indiende van meer dan zes ton, is door het Hof van Discipline onvoorwaardelijk geschorst voor drie maanden wegens excessief declareren. De declaraties bestonden onder meer voor 750 uur uit niet nader omschreven activiteiten als ‘intern overleg’.

De raad van discipline in Amsterdam oordeelde nog op grond van het klachtdossier niet te kunnen vaststellen dat sprake is van excessief declareren. Maar het hof gaat daar niet in mee. Weliswaar beoordeelt de tuchtrechter geen declaratiegeschillen, maar waakt wel tegen excessief declareren, overweegt het hof. Of een declaratie als excessief moet worden aangemerkt, hangt af van alle omstandigheden van het geval.

In deze zaak declareerde de advocaat ruim zes en een halve ton. Behalve een niet-schriftelijk vastgelegde inschatting van 150.000 euro gaf de verweerder geen enkele opgave vooraf van de te verwachten kosten van zijn werkzaamheden. Ook specificeerde hij een deel van de declaraties in het geheel niet. Een andere declaratie bevatte 750 uur aan niet nader omschreven onderdelen als ‘intern overleg’, ‘diverse werkzaamheden’ en ‘dossierstudie’. Bovendien klagen de klagers er over dat de advocaat onnodig hoge kosten heeft gemaakt en gedeclareerd voor werkbezoeken naar Thailand, waar hij businessclass naartoe vloog, in de duurste hotels verbleef en betaalde voor wijnen en massages.

Ook als het juist zou zijn dat de cliënt de kosten ‘niet belangrijk’ vond en niet om een specificatie heeft gevraagd, zoals de verweerder aanvoert, rustte er op de advocaat een eigen verplichting om vooraf schriftelijk zijn kosten inzichtelijk te maken, te waarschuwen bij overschrijding en zijn declaraties deugdelijk te specificeren, overweegt het hof. Daarbij heeft hij bovendien geen rekening gehouden met twee direct belanghebbenden die de declaraties betaalden uit hun geërfde privévermogen, wat volgens het hof mede door deze declaraties nu nagenoeg verdampt is. De advocaat had in deze bijzondere situatie terughoudendheid moeten betrachten met het besteden van uren en het maken van kosten, in elk geval tot hij zeker wist dat de belanghebbenden met zijn werkzaamheden en de financiële consequenties daarvan instemden, zo stelt het hof.

Businessclass tickets voor een lange zakenreis komt het hof niet buitensporig voor en of het verblijf in hotels overbodig duur was zegt het hof niet te kunnen beoordelen. De klacht dat de verweerder luxe privé uitgaven deed voor massages en wijnen acht het hof wel gegrond. Al met al komt het hof tot de conclusie dat hier sprake is van excessief declareren. De advocaat krijgt een onvoorwaardelijke schorsing van drie maanden opgelegd.

De klagers hebben ook een civiele procedure tot schadevergoeding gestart.

Nathalie Gloudemans-Voogd

 

Advertentie