Turner Yuri van Gelder werd uitgesloten van de finale tijdens de Olympische Spelen in Brazilië wegens vermeend wangedrag. Advocaat Cor Hellingman stond de turner bij in het kort geding dat werd aangespannen om alsnog deel te kunnen nemen aan de finale. ‘Ik waag het te betwijfelen of hij die maandag in het vliegtuig was gestapt als ik van zijn uitsluiting op de hoogte was geweest.’
‘Zelf proberen wij hier op kantoor niet in beeld te komen. Dit laten we zo veel mogelijk over aan onze mediagevoelige cliënten. In deze zaak is dat spectaculair mislukt. Het leek wel of het land verdeeld was in twee kampen: zij die vonden dat Yuri terecht naar huis was gezonden en zij die dat niet vonden. De rechter hoorde bij het eerste kamp.
Op het gevaar af voor een slechte verliezer te worden gehouden: de uiteindelijke motivering van het vonnis vind ik toch wel appellabel. Aan de ene kant wordt Van Gelder verweten dat hij zich niet aan de regels heeft gehouden en dus de ongure wanprestant is. Aan de andere kant wordt NOC*NSF verweten geen duidelijke regels te hebben opgesteld. Die motivering kende ik vrijdag (de dag van het kort geding) nog niet, omdat toen alleen een kop-staartvonnis werd gewezen. Ik had begrepen dat het Hof Arnhem beschikbaar was voor turbo-spoedappel, maar voor mijn cliënt was het allemaal te veel. Hij besloot daarvan af te zien. Later denk je, jammer. Maar dat is water onder de brug.
Ik doe veel mediarecht. Hierbij moet je vaak op stel en sprong reageren en heb je met aandacht van de media te maken. Ik hoorde pas van de zaak op dinsdagavond. Toen was Yuri al in Nederland. Maandag zat ik tot de laatste vlucht naar huis in Milaan om het contract van Frank de Boer bij Inter Milan uit te onderhandelen. Dat moest al haastje-repje, omdat ik dinsdagmiddag voor Wesley Sneijder en Yolanthe Cabau een kort geding in Amsterdam had. Toen ik daarna de rechtszaal uitliep, zag ik dat mijn telefoon was volgelopen met verzoeken van de pers. Niet voor Wesley Sneijder, maar voor Yuri. Heel Nederland wist toen al dat hij naar huis was gestuurd, behalve ik. Achteraf bezien wel jammer, want ik waag het te betwijfelen of hij die maandag in het vliegtuig was gestapt als ik daarvan op de hoogte was geweest.
Ons kantoor werd woensdag en donderdag belegerd door de pers. Tot in de rechtszaal werd ik achtervolgd door vertegenwoordigers van televisieprogramma’s die Yuri’s verhaal exclusief wilden hebben. Interessant was ook dat de zaal vol zat met bloggers en vloggers die allemaal hun eigen verhaal aan het maken waren. De aandacht op social media was enorm. Ik was nog niet begonnen met pleiten of er verscheen een fake Twitteraccount met mijn naam met berichten die ik zeker nooit zou hebben verspreid.
Ook de livestreams van de zitting zijn goed bekeken. Streamen van zittingen, zeker bij dit soort zaken, is een goede ontwikkeling. Het zorgt ervoor dat mensen zien hoe het er in de rechtszaal aan toe gaat en hoe er gepleit wordt. Ons verhaal heeft veel mensen bereikt en uit de vele reacties die ik kreeg, was dit voor velen overtuigend. Allemaal mooi en aardig natuurlijk, maar de belangrijkste persoon, de voorzieningenrechter, heb ik niet overtuigd.’
Lees de complete serie Spraakmakende Zaken in het decembernummer van het Advocatenblad.
Francisca Mebius