De Raad van Discipline in Den Bosch heeft een Limburgse advocaat maandag met onmiddellijke ingang geschorst, om te voorkomen dat de man nog langer zijn beroep uitoefent. De advocaat was twee maanden geleden al van het tableau geschrapt.
De betreffende advocaat ging tegen die schrapping in beroep bij het Hof van Discipline, maar die zaak loopt nog. Hangende de procedure mocht hij nog altijd zijn praktijk uitoefenen. Met de jongste uitspraak van het Hof wordt dat onmogelijk. De schorsing vloeit voort uit de stelselmatige weigering van de advocaat om de Limburgse deken toe te laten voor een formeel kantoorbezoek. Ondanks herhaaldelijke verzoeken van de deken vroeg de advocaat steeds weer om uitstel, met steeds andere argumenten. Volgens de raad maakte hij het de deken daarmee onmogelijk zijn toezichthoudende taak uit te oefenen. Dat gegeven, gevoegd naast een aantal andere klachten, leidt naar het oordeel van de raad tot de conclusie dat de advocaat niet in staat is zijn praktijk behoorlijk uit te oefenen. Op grond van artikel 60b van de Advocatenwet is hij nu voor onbepaalde tijd geschorst.
Overigens kan de Limburgse advocaat ook nu weer tegen de beslissing van de raad in beroep.