De dekenklacht tegen een Gronings kantoor, dat de markt bedient met een class action tegen de NAM, bewijst de beroepsgroep een slechte dienst, stelt de Drentse advocaat Peter Sluyter in een ingezonden opiniebijdrage. ‘Opnieuw worden goede commerciële initiatieven van advocaten in het bedompte licht van een belegen visie op de advocatuur geplaatst.’
Het gemiddelde kleinere advocatenkantoor schraapt tegenwoordig de centjes bijeen tussen enerzijds de enorme concurrentie van rechtsbijstandsverzekeraars en anderzijds krimpende toevoegingsvergoedingen. In zo’n markt is toe te juichen dat advocaten op zoek gaan naar nieuwe verdienmodellen, welke zowel hun eigen commercieel belang dienen als de toegankelijkheid naar het recht verbeteren. Zoals de class action, waarmee tegen een geringe individuele inleg en een percentuele succesfee een pot wordt gevormd om kleine burgers in staat te stellen gezamenlijk op te komen tegen juridische krachtpatsers met diepe zakken.
Deken Rob Geene van Noord-Nederland ziet er niets in. Geene is van het oude stempel dat de advocatuur een noblesse officium is, waarin het verdienen van geld naar buiten toe niet als bestaansvoorwaarde mag gelden, maar slechts als bijzaak. Geld willen verdienen tast volgens oldtimers het vertrouwen in de advocatuur aan, omdat de cliënten er niet meer op kunnen rekenen dat hun eigen klantbelang voorop staat.
Het fabeltje dat advocaten slechts dan onafhankelijk van eigen financieel belang kunnen handelen als een (stevig) uurtarief in rekening wordt gebracht is allang doorgeprikt. In brede kringen, en dus niet alleen in volkswijsheid en populisme, heerst juist de opvatting dat advocaten zaken zo gecompliceerd mogelijk maken om uren te kunnen maken. Of melken, zoals dat vaker wordt gezegd. Zie daar ook de populariteit van rechtsbijstandsverzekeringen, die geschillen niet alleen goedkoop maar in de ogen van de verzekerde ook snel en efficiënt oplossen.
Geene heeft een dekenklacht ingediend tegen een kantoor, dat de markt bedient met een class action tegen de NAM. Dat heeft de voorpagina van het Dagblad van het Noorden en de Telegraaf bereikt. Daarmee heeft Geene de hele beroepsgroep een slechte dienst geleverd, want opnieuw worden goede commerciële initiatieven van advocaten in het bedompte licht van een belegen visie op de advocatuur geplaatst.
In een tijd waarin faillissementen van advocatenkantoren geen zeldzaamheid meer zijn, wordt het urgent de bakens bij te stellen. Het is dertig jaar geleden dat juridische geschillen vanzelfsprekend terecht kwamen bij de dorpsadvocaten. Het is twintig jaar geleden dat de Orde ging toestaan dat rechtsbijstandsverzekeraars en de toenmalige Bureaus voor Rechtshulp toetraden tot het domein van de advocatuur. Het moet de Orde zeker de afgelopen tien jaar niet zijn ontgaan, dat verzekeraars geen commercieel middel ongebruikt laten om rechtzoekenden weg te houden bij de gevestigde advocatuur.
Het is derhalve de hoogste tijd, dat dekens als Geene niet meer de kans krijgen de tariefstructuur van de gevestigde advocatuur negatief in het nieuws te krijgen. Dat lukt, door elke beperking op de tarifering door advocaten weg te nemen.
De koudwatervrees, dat daardoor het eigen belang van de advocaat voorop komt te staan, is ongegrond. De markt is, zeker tegenwoordig, transparant genoeg om misbruik door advocaten economisch af te straffen. Daarbij komt dat tarifering binnen de huidige beperkende regeltjes eveneens alle mogelijkheden geeft eigen belang te laten prevaleren, zo de advocaat dit wenst.
De Orde moet daarom redelijk en reëel zijn, temeer waar aan verzekeraars en bij hen in dienst zijnde advocaten geen strobreed in de weg wordt gelegd aan het commercieel vermarkten van hun diensten. Dat moet Jan Advocaat dus ook gewoon mogen.
Mr PJGG Sluyter – Sluyter Advocaten, Assen