Staatssecretaris Wiebes (Financiën) wil het fiscaal verschoningsrecht voor advocaten en notarissen inperken, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. Wiebes noemt de reikwijdte van het fiscale verschoningsrecht op dit moment ‘zeer breed en in ieder geval voor advocaten en notarissen te ongericht’.
De staatssecretaris wil nog dit jaar met een wetsvoorstel komen om het verschoningsrecht aan te passen. Het voornemen maakt deel uit van een pakket maatregelen die internationale belastingontduiking moet bestrijden. De kwestie is actueel geworden door de publicatie van de Panama Papers vorig jaar.
Naast advocaten beschikken notarissen, geestelijken, artsen en apothekers over wettelijk fiscaal verschoningsrecht. Deze beroepsgroepen hoeven de Belastingdienst geen gegevens te verstrekken over degenen die zij bijstaan. Wiebes zegt echter te willen voorkomen dat bepaalde fiscale feiten, zakelijke handelingen en transacties aan het oog van de Belastingdienst worden onttrokken door daarvoor een geheimhouder te gebruiken.
Hij stelt daarnaast dat de Belastingdienst meer inzicht moet krijgen in de financiële transacties die door advocaten voor een cliënt worden verricht via een (bijzondere) rekening. De staatssecretaris wijst erop dat de huidige reikwijdte van het fiscale verschoningsrecht zich slecht verhoudt tot de internationale standaard bij de uitwisseling van inlichtingen op verzoek, waaraan Nederland zich door middel van internationale afspraken heeft verbonden. In dat kader moet de Belastingdienst in staat zijn om bij partijen relevante fiscale informatie op te vragen.
Wiebes overweegt aan te sluiten bij de formulering in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. Het verschoningsrecht blijft in dat geval gelden voor de werkzaamheden die advocaten en notarissen voor een cliënt verrichten ‘betreffende de bepaling van diens rechtspositie, diens vertegenwoordiging en verdediging in rechte, het geven van advies voor, tijdens en na een rechtsgeding of het geven van advies over het instellen of vermijden van een rechtsgeding’. Tegelijkertijd moet het er wel toe leiden dat de Belastingdienst over voldoende informatie kan beschikken om het juiste bedrag aan belasting vast te stellen.