Mr. X had er hard voor geknokt en met resultaat: de kinderalimentatie ging in hoger beroep met terugwerkende kracht flink omhoog. Maar voor de cliënte was de lol er af toen zij daardoor haar toevoeging verloor en ze van haar advocaat een mega-declaratie kreeg.

Toen ze aan de zaak begon had mr. X haar cliënte wel verteld dat de toevoeging kon worden ingetrokken en dat dan een uurtarief zou gelden van 225 euro. Maar dat ze een (naar beneden bijgestelde) rekening van 42.000 euro zou krijgen gepresenteerd, kwam voor de cliënte als een verrassing. Tot haar ongenoegen verrekende mr. X de declaratie met de 56.000 euro achterstallige alimentatie die op haar derdenrekening was gestort. Volgens mr. X was de mogelijkheid van verrekening helemaal in het begin al overeengekomen.

Maar dat werd betwist, en was ook niet voldoende. De raad van discipline Arnhem-Leeuwarden verwijst naar artikel 5.19 VODA lid 5 zoals dat gold tot 1 januari 2017. Daarin staat dat verrekening alleen mag als de cliënt daarmee voor een concreet bedrag en een specifieke declaratie akkoord is gegaan. Met de Wijzigingsverordening derdengelden is die voorwaarde inmiddels uit de VODA verdwenen, maar moet een advocaat van de overeengekomen verrekening afzien als de declaratie binnen redelijke termijn wordt betwist. En uit de toelichting blijkt dat de verrekening moet worden teruggedraaid als de cliënt achteraf bezwaar maakt.

De raad snapt wel dat mr. X bang was dat ze haar geld anders niet meer zou krijgen, maar waarom was ze dan niet ingegaan op de suggestie van de deken om het geld bij hem te storten? En waarom niet ingestemd met zijn voorstel vrijwillig een ouderwetse begrotingsprocedure te doen?

Wat betreft de omvang van de declaratie: die vindt de raad niet excessief. Het waren wel errug veel uren, maar je moet ook kijken naar de complexiteit van de zaak, de samenwerking met de cliënt en het behaalde resultaat – wat meer was dan alleen die achterstallige 56.000 euro.

Maar mr. X was volgens de raad wel tekort geschoten in de informatievoorziening: je moet als advocaat je toevoegingscliënt uit eigen beweging periodiek urenspecificaties en kostenopgaven sturen, te meer als de kosten oplopen en het risico van intrekking reëel is. Zo zorg je dat de cliënt zijn eigen afweging kan maken over het financiële risico en voorkom je onbegrip over de omvang van de declaratie als de toevoeging inderdaad wordt ingetrokken.

Mr. X kreeg een berisping, maar kan nog in hoger beroep. Intussen loopt er een civiele procedure over de declaratie. Hoe je van advocaat de wederpartij wordt…

Trudeke Sillevis Smitt

Advertentie