D66 wil dat er meer openheid komt over het tappen van advocaten door de veiligheidsdiensten MIVD en AIVD. De Haagse rechtbank, die er toezicht op houdt, zou er jaarlijks verslag van moeten doen.

Woensdag vergaderde de Tweede Kamer met het kabinet over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Duidelijk werd dat zich een meerderheid aftekent voor vernieuwing van de wet, die veiligheidsdiensten ruimere bevoegdheden geeft om af te luisteren. Met name de oppositiepartijen eisen echtere een betere waarborg van de privacy.

Eén van de amendementen betreft de notificatieplicht. Voor de MIVD en de AIVD geldt die plicht als ze zware onderzoeksmiddelen hebben ingezet tegen burgers, zoals het binnentreden van een woning. Na vijf jaar moeten ze serieus bekijken of de mensen die het mikpunt waren, hierover ingelicht moeten worden.

Verhoeven wil dat er ook een notificatieplicht komt als de diensten gegevens over vertrouwelijke gesprekken tussen advocaten en cliënten hebben gebruikt. Veiligheidsdiensten mogen die gegevens in hun onderzoek betrekken, aldus het wetsvoorstel, als de Haagse rechtbank daar toestemming voor heeft gegeven. Die rechtbank toetst dan in het geheim of de nationale veiligheid in het geding is.

De Haagse rechtbank zou jaarlijks verslag moeten doen van de beslissingen die ze hierover heeft genomen, zo wil Kamerlid Verhoeven. Die verplichting is er nu nog niet, terwijl andere instanties die toezicht houden op de AIVD en de MIVD wel verslag uitbrengen. ‘De Haagse rechtbank mag geen geheime stempelmachine worden’, aldus Verhoeven. Meer openheid is geboden om de advocatuur haar werk goed te laten doen.

De Tweede Kamer stemt de komende weken over het wetsvoorstel van minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en over de ingediende amendementen.

Advertentie