Het ministerie van Veiligheid en Justitie besloot in 2013 de hele strafrechtketen te digitaliseren. Vrijwel alle eenvoudige zaken worden inmiddels digitaal behandeld. Voor meervoudige kamerzaken is de kop eraf, maar moeten nog de nodige hobbels worden genomen.
Door: Francisca Mebius Beeld: Heidi Borgart
‘Digitale informatie-uitwisseling tussen politie, Openbaar Ministerie, Rechtspraak, uitvoerende partners en met de advocatuur en de burger is in 2016 de norm in de strafrechtketen.’ Zo stond het te lezen in de brief van toenmalig minister Opstelten aan de Tweede Kamer van juli 2013. Aan het begin van 2017 kunnen we concluderen dat die doelstelling niet is gehaald. Er zijn onmiskenbaar flinke stappen gezet, maar volledige digitale behandeling is nog geen realiteit. Voor digitale behandeling van zaken binnen de meervoudige kamer is nog een aantal hobbels te nemen. De nieuwe streefdatum voor volledig digitaal werken is medio 2018.
Opstelten introduceerde in 2013 het programma VPS (Verbetering prestaties strafrechtketen) dat parallel loopt aan het programma KEI (Kwaliteit en Innovatie Rechtspraak) voor digitalisering in civiele en bestuursrechtelijke zaken. Opstelten wilde de hele strafrechtketen digitaliseren om strafzaken sneller, slimmer, beter en transparanter te kunnen afwikkelen. In totaal wordt inmiddels zo’n tachtig procent van alle strafrechtzaken in Nederland digitaal afgehandeld. Daarbij gaat het om vrijwel alle enkelvoudige kamerzaken (politierechter, kantonrechter en kinderrechter).
Sinds augustus 2015 worden ook advocaten van verdachten digitaal bij de zaak betrokken. Zij krijgen de dossiers bij standaardzaken in eerste aanleg digitaal via Mijn Strafdossier (voorheen het advocatenloket). Tussen augustus 2015 en oktober 2016 zijn ruim zeventigduizend dossiers via de digitale route aan advocaten van verdachten verstrekt, rapporteerde minister Van der Steur onlangs aan de Tweede Kamer.
Complexer
Voor digitale verstrekking van dossiers van complexere strafzaken – alle zaken met gedetineerden en alle zaken binnen de meervoudige kamer – moet er nog wel wat gebeuren. Afgelopen zomer werd bij drie rechtbanken (Den Haag, Noord-Holland en Rotterdam) proefgedraaid met digitale behandeling van meervoudige kamerzaken. De proef was er vooral op gericht de digitale systemen van het Openbaar Ministerie en de Rechtspraak op elkaar af te stemmen.
‘We hebben getest met meervoudige kamerzaken voor niet-gedetineerde meerderjarigen, vertelt Peter van der Lelie, teamvoorzitter strafrecht van de Rechtbank Noord-Holland en lokaal projectleider. ‘Het ging met name om lichte zaken, nog niet om de grote dossiers met veel verdachten.’
Volgens Van der Lelie werken de systemen voor de eenvoudige, overzichtelijke zaken binnen de meervoudige kamer inmiddels goed. ‘Een zoals wij noemen “kale vrijevoetenzaak” bijvoorbeeld, voor iemand die niet vastzit en waar geen slachtoffer bij betrokken is. Dat soort zaken gaan nu prima digitaal. De meer ingewikkelde zaken, waar bijvoorbeeld slachtoffers bij betrokken zijn, gingen nog niet naar wens.’
Voor complexere zaken zijn updates nodig die begin 2017 worden uitgevoerd. ‘Bij dit project zijn er veel ketenafhankelijkheden,’ zegt Pieter van Riemsdijk, rechter bij de Rechtbank Midden-Nederland en landelijk programmamanager DSS. ‘Het is nu wachten op updates in het GPS-systeem van het Openbaar Ministerie. Wanneer deze zijn uitgevoerd, kunnen we proefdraaien op landelijke schaal en starten met de pilot voor meervoudige kamerzaken voor niet-gedetineerde meerderjarigen.’
Gedetineerden
Ondertussen staat ook de eerste pilot voor digitale behandeling van meervoudige kamerzaken voor gedetineerden op de planning. Die gaat medio 2017 bij dezelfde drie proefrechtbanken van start. Volgens Van der Lelie wordt dat een spannend traject. ‘Tot nu toe hadden we te maken met één officier van justitie, één meervoudige kamer, één griffie en een zaak waar in beginsel niet echt druk op stond. Een gedetineerde zit vast aan strikte termijnen, dat is tijdkritisch. Daarbij kunnen we het ons niet veroorloven om met niet-functionerende systemen te werken.’
Eindstreep
Landelijk programmamanager Van Riemsdijk heeft de opdracht de kar naar de eindstreep trekken, uiterlijk medio 2018. Niet alleen de implementatie van GPS en Divos in de meervoudige kamerzaken vormt een uitdaging, maar ook het handig omgaan met multimedia, zoals geluidsfragmenten, video’s en fotobestanden. Daarnaast liggen er ergonomische vragen. ‘Hoe pakt het voortdurend gebruikmaken van een scherm op mensen uit? We hebben binnen rechtbanken nog weinig ervaring met het digitaal lezen van de grote dossiers. Dat wordt voor rechters wennen.’
Advocaat Bram de Jong, partner bij Hofstad Advocaten in Den Haag, ziet alleen maar voordelen van het digitaal verstrekken van dossiers. ‘Alle procespartijen beschikken op hetzelfde moment over dezelfde stukken. Waar voorheen bijvoorbeeld de vordering van een benadeelde partij vaker niet dan wel werd verstrekt, beschik ik nu altijd over deze vordering en kan ik die in alle rust met mijn cliënt op kantoor bespreken. Een ander voordeel is dat ik nu op voorhand over de stukken van de betekening beschik. Verschijnt mijn cliënt onverwacht toch niet op de zitting dan kan ik, voordat ik de zittingszaal betreed, nagaan of de dagvaarding wel juist is betekend.’
De Jong heeft geen behoefte meer aan een papieren dossier. Wat hem betreft mogen ook de dossiers in meervoudige kamerzaken digitaal worden verstrekt.
Ivonne Leenhouwers, strafrechtadvocaat bij Veraart De Granada Strafrecht Advocaten in Alkmaar, maakt zich wel zorgen. ‘Ik print veel dossiers voor mijn cliënten. Dat kost nu al extra tijd en geld. Een tablet voor verdachten in huizen van bewaring kan een oplossing zijn.’