De nadruk in het strafproces komt meer op het vooronderzoek te liggen. Dat blijkt uit de plannen rondom het nieuwe Wetboek van Strafvordering, waarvan de eerste twee boeken deze week in consultatie zijn gegaan. De adviescommissie Strafrecht van de NOvA benoemde eerder de risico’s die aan een dergelijke verschuiving kleven.
Het vooronderzoek neemt in verhouding tot het onderzoek ter terechtzitting in gewicht toe in het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Sv). Deze beweging naar voren brengt de strafrechtspleging verder af van het onmiddellijkheidsbeginsel, waarschuwde de adviescommissie Strafrecht van de Nederlandse orde van advocaten (NOvA) eind maart vorig jaar in een advies op de contourennota van het nieuwe Sv. Volgens dit beginsel beoordeelt de zittingsrechter op een openbare zitting zelf zo veel mogelijk of de betrouwbaarheid van het gepresenteerde bewijs voldoende is om tot een veroordeling te komen, ook als de getuige al in het vooronderzoek is gehoord. De adviescommissie noemde het een aanpassing vanuit het oogpunt van efficiency en verwees naar lessen uit het verleden, Twee van Putten, Schiedammer Parkmoord, Lucia de B.
De rechter krijgt een grotere regierol in het nieuwe Sv, meldt de Raad voor de rechtspraak deze week in een bericht. ‘Hij krijgt duidelijker dan nu het geval is, zeggenschap over wat de partijen in een strafproces (verdachte, officier van justitie, advocaat, getuigen, slachtoffer) wel en niet mogen, wanneer ze iets moeten doen en aan welke termijnen partijen zich moeten houden. De gedachte is dat hierdoor strafprocessen sneller en efficiënter gaan verlopen.’
Boek 1 (strafvordering in het algemeen) en Boek 2 (het opsporingsonderzoek) van het nieuwe Wetboek van Strafvordering zijn deze week in consultatie gegaan. Later in het jaar volgen de boeken 3, 4, 5 en 6. Eerder maakte de Rechtspraak zich zorgen om het tijdspad bij de invoering van het nieuwe Sv. Ook vroeg de Rechtspraak om meer samenhang tussen verschillende delen van het nieuwe Sv. ‘De zorgen over het tijdspad zijn weggenomen doordat er gas terug is genomen,’ schrijft de Rechtspraak deze week. Op de inhoud zal de Raad voor de rechtspraak, net zoals de advocatuur, het openbaar ministerie en de Nationale politie formeel reageren. Hiervoor hebben de partijen vijf maanden de tijd. De adviescommissie Strafrecht van de NOvA werkt aan een advies aan de algemene raad.