Bijna alle politieke partijen die momenteel in de Tweede Kamer zitten, hebben verkiezingsprogramma’s die op onderdelen in meer of mindere mate in strijd zijn met de beginselen van de rechtsstaat. Dat blijkt uit een analyse van de Commissie toetsing rechtsstatelijkheid, ingesteld op initiatief van de NOvA. Alleen de ChristenUnie houdt zich netjes aan de regels.
De commissie, bestaande uit vijf juridisch specialisten op uiteenlopende terreinen zoals immigratierecht, ICT-recht en algemeen recht, onderzocht de programma’s van dertien partijen, die momenteel met minstens twee zetels in de Tweede Kamer zijn vertegenwoordigd.
Bij vijf van de partijen trof de commissie ‘spierbalmaatregelen’ aan die niet bij een rechtsstaat passen, zegt commissievoorzitter Wouter Veraart, hoogleraar rechtsfilosofie. ‘Dat is het type maatregel dat zogezegd een totaaloplossing biedt. Meestal hangen ze samen met immigratie of de angst voor terrorisme en jihadisme. Het voorstel om grenzen dicht te doen, bijvoorbeeld. Of alle islamscholen te sluiten.’
Het oordeel van de commissie is negatiever dan de vorige keer, bij de verkiezingen in 2012. Toen werden tien partijen onderzocht. waarvan er twee over de schreef gingen. ‘Het beeld is anders geworden,’ concludeert Veraart. ‘Somberder. Het ziet er nu slechter uit. De partijprogramma’s bieden een turbulent en onrustig beeld. Alles staat ter discussie.’
De commissie toetste de verkiezingsprogramma’s aan drie zaken die essentieel zijn voor een rechtsstaat, te weten een voorspelbare overheid die zich aan regels houdt, bescherming van fundamentele rechten en vrijheden en het recht op toegang tot een onafhankelijk rechter.
De thema’s van deze verkiezingen zijn anders dan die van 2012, concludeert Veraart. ‘Er ligt nu veel meer nadruk op immigratie en vluchtelingen. Die domineren. Vier jaar geleden zag je dat partijen knutselden aan het strafrecht om problemen op te lossen. Dat is nu veel minder.’
Waar de commissie vier jaar geleden plusjes en minnetjes uitdeelde, koos ze deze keer voor verkeerslichten. Programmapunten die niet door de beugel kunnen, krijgen een rood licht. Voorstellen die de rechtsstaat versterken, worden beloond met een groen licht. Twijfelgevallen krijgen oranje.
Kampioen rood licht is de PVV. Hoewel het programma van deze partij slechts één A4’tje beslaat, scoort ze toch vijf keer een rood sein. Niet verrassend, want de PVV onderscheidde zich in 2012 ook al in negatieve zin. Net zoals de SGP overigens, die deze keer ook twee keer rood krijgt. Zorgwekkender vindt Veraart de twee rode lichten van de VVD. ‘De VVD is het meest opgeschoven. De partij wil ook jihadgangers met slechts één nationaliteit de Nederlandse nationaliteit ontnemen en daarmee stateloos maken. Dat creëert onrecht, want daarmee ontzeg je iemand de toegang tot recht. Een rechtsstaat heeft de minimale plicht zijn burgers een eerlijk proces te geven, ook al hebben ze vreselijke dingen gedaan.’
Ander pijnpunt is dat de VVD de directe doorwerking van internationale verbindende verdragen wil afschaffen. Een Nederlandse rechter kan zijn oordeel dan niet meer baseren op mensenrechten die geformuleerd zijn in internationale verdragen. Veraart: ‘Dat is echt griezelig en zou een enorme verzwakking van de rechtsstaat betekenen. Nederland kent namelijk geen constitutioneel hof dat wetten toetst aan de grondwet.’
Overigens is het niet allemaal kommer en kwel, wil Veraart ook gezegd hebben. Er zijn ook diverse partijen die groene lichten scoren. Het CDA wil bijvoorbeeld geen rechtbanken meer sluiten. Een pluspunt, hoewel deze partij ook een rood licht krijgt omdat ze de buitenlandse financiering van moskeeën wil verbieden.
ChristenUnie, PvdA, GroenLinks, D66, SP: allemaal krijgen ze meerdere groene lichten. De ChristenUnie is de enige die geen rood of oranje scoort. Veraart: ‘Maar je ziet wel dat de aandacht voor rechtstoegang en voor de bestrijding van discriminatie is toegenomen. Veel partijen zijn alerter waar het de rechtsstaat betreft. Het is meer dan voorheen een thema.’