In onze ‘ieder voor zich’-maatschappij doet de rechtsstaat niet meer wat hij hoort te doen: het waarborgen van gelijke kansen voor iedereen. Ook advocaten zouden zich dat moeten aantrekken. Dat stelt arbeidsrechtadvocaat bij Allen & Overy en schrijver van Rafels aan de rechtsstaat, Ferdinand Grapperhaus in het februarinummer van het Advocatenblad.

Door een groeiende ongelijkheid tussen bevolkingsgroepen is de samenleving uiteen gevallen in kansrijken en kanslozen, nieuwkomers en autochtonen, ouderen en jongeren, stelt Grapperhaus. Volgens het Sociaal Planbureau hoort zo’n 15 procent van de bevolking tot tot het ‘precariaat’: een groep mensen die over de hele linie – wonen, werken, gezondheid – achterblijft op de rest van de bevolking. Deze groep, maar ook de groep daarboven, de ‘onzekere werkenden’ worden volgens Grapperhaus tekortgedaan ‘op hun aanspraak op de rechtsstaat en op hun recht om deel te nemen aan de samenleving’. ‘We zijn elkaars lot uit het oog verloren.’

Ook advocaten moeten zich realiseren dat kansongelijkheid tussen burgers – de first-in-line-samenleving – afbreuk doet aan de werking van de rechtsstaat. ‘Ik denk dat je dat moet laten meewegen in je juridische benadering. En ik vind dat je van advocaten mag verwachten dat ze betrokken zijn bij het maatschappelijk debat.’

Lees het complete artikel in het februarinummer van het Advocatenblad.

Beeld: Bob Bronshoff

Advertentie