Een advocaat is voor 26 weken, waarvan 13 weken voorwaardelijk, geschorst door de Amsterdamse Raad van Discipline voor het declareren van bedragen op basis van een resultaatgerelateerde beloningsafspraak zonder instemming van zijn cliënt. Ook ontbreken urenspecificaties en rommelde de advocaat met derdengelden.
De advocaat hanteerde in de onderhavige letselschadezaak een uurtarief van 225 euro. Hij maakte daarnaast aanspraak op vijftien procent van het behaalde resultaat. De voormalig cliënt voert aan dat hij geen afspraak heeft gemaakt of willen maken over deze resultaatgerelateerde beloning.
Uitgangspunt is dat een cliënt recht heeft op een overzicht van de door zijn advocaat gewerkte uren en bijbehorende uitgevoerde werkzaamheden. Ondanks meerdere verzoeken van zijn voormalig cliënt en herhaaldelijk aandringen van de deken en de raad, overlegt de advocaat geen urenspecificaties aan zijn voormalig cliënt. Uiteindelijk erkent hij ter zitting dat hij op een gegeven moment is gestopt met het bijhouden van zijn uren omdat dit hem te veel tijd kostte.
Wat betreft de derdengelden ontbreekt een schriftelijke bevestiging van de cliënt. Volgens de raad is het daarnaast onaannemelijk dat de cliënt heeft ingestemd met deze verrekening. Dit gebeurde namelijk op dezelfde dag als waarop de declaratie aan de cliënt is verzonden. Dat is tuchtrechtelijk verwijtbaar, aldus de raad.
‘De advocaat heeft niet integer gehandeld door zijn cliënt onjuist voor te lichten met betrekking tot het door hem in totaal ontvangen honorarium voor de zaak,’ oordeelt de raad. Daarnaast wordt de volharding waarmee de advocaat aangaf dat hij steeds correct heeft gehandeld hem zwaar aangerekend.
Naast de schorsing is de advocaat veroordeeld in het betalen van 12.500 euro aan zijn voormalig cliënt.