Autocratische leiders als Trump en Erdogan tonen aan dat de rechtsstaat lang niet overal vanzelfsprekend meer is. Analyse van de verkiezingsprogramma’s van Nederlandse partijen leert dat ook hier erosie dreigt.
Door Kees Pijnappels
Het begint al op een traditie te lijken. Zodra er landelijke verkiezingen in het verschiet liggen, beoordeelt de Commissie toetsing rechtsstatelijkheid de programma’s van politieke partijen. De commissie is ingesteld op initiatief van de NOvA.
Met het populisme en nationalisme dat overal in de wereld de kop opsteekt, is het extra interessant om de balans voor Nederland op te maken. De uitkomst zal niemand verbazen: ook ons land ontkomt niet aan de internationale trend. Diverse partijen hebben maatregelen in hun verkiezingsprogramma opgenomen die mogelijk tegemoetkomen aan onderbuikgevoelens in de samenleving, maar op zijn minst op gespannen voet staan met de regels die in een rechtsstaat gelden.
Commissievoorzitter Wouter Veraart bestempelt ze als spierbalmaatregelen. ‘Dat is het type maatregel dat zogezegd een totaaloplossing biedt. Meestal hangen ze samen met immigratie of de angst voor terrorisme en jihadisme. Het voorstel om grenzen dicht te doen, bijvoorbeeld. Of alle islamscholen te sluiten.’
Bij vijf van de dertien onderzochte partijen heeft de commissie ‘spierbalmaatregelen’ aangetroffen die niet bij een rechtsstaat passen. De vangst is aanzienlijk groter dan de vorige keer, bij de verkiezingen in 2012. Toen werden tien partijen onderzocht en werd twee keer een negatief oordeel geveld. ‘Het beeld is anders geworden,’ zegt Veraart. ‘Somberder. Het ziet er nu slechter uit. De partijprogramma’s bieden een turbulent en onrustig beeld. Alles staat ter discussie.’
Veraart, hoogleraar rechtsfilosofie, is de enige van de commissie die er in 2012 ook bij was. De andere vier leden zijn specialisten op uiteenlopende terreinen zoals immigratierecht, ICT-recht en algemeen recht. ‘We hebben geprobeerd zo technisch mogelijk naar de verkiezingsprogramma’s te kijken, waarbij we hebben getoetst aan drie zaken die essentieel zijn voor een rechtsstaat. Dat zijn een voorspelbare overheid die zich aan regels houdt, bescherming van fundamentele rechten en vrijheden en het recht op toegang tot een onafhankelijk rechter.’
De commissie beperkte zich tot de dertien partijen die al met minstens twee zetels in de Tweede Kamer zijn vertegenwoordigd. Er doen 28 partijen mee aan de verkiezingen, dat zijn er simpelweg te veel om tegen het licht te houden.
De thema’s van deze verkiezingen zijn anders dan die van 2012, concludeert Veraart. ‘Er ligt nu veel meer de nadruk op immigratie en vluchtelingen. Die domineren. Vier jaar geleden zag je dat partijen knutselden aan het strafrecht om problemen op te lossen. Dat is nu veel minder.’
Waar de commissie vier jaar geleden plusjes en minnetjes uitdeelde, heeft ze nu gekozen voor een kleurrijker beeld. Programmapunten die niet door de beugel kunnen, krijgen een rood licht. Voorstellen die de rechtsstaat versterken, worden beloond met een groen licht. Twijfelgevallen krijgen oranje.
Kampioen rood licht is de PVV. Hoewel het programma van deze partij slechts één A4-tje beslaat, scoort ze toch vijf keer een rood sein. Niet verrassend, want de PVV onderscheidde zich in 2012 ook al in negatieve zin. Net zoals de SGP overigens, die deze keer ook twee keer rood krijgt. Zorgwekkender vindt Veraart de twee rode lichten van de VVD. ‘De VVD is het meest opgeschoven. De partij wil ook jihadgangers met slechts één nationaliteit de Nederlandse nationaliteit ontnemen en daarmee stateloos maken. Dat creëert onrecht, want daarmee ontzeg je iemand de toegang tot recht. Een rechtsstaat heeft de minimale plicht zijn burgers een eerlijk proces te geven, ook al hebben ze vreselijke dingen gedaan.’
Ander pijnpunt is dat de VVD de directe doorwerking van internationale verbindende verdragen wil afschaffen. Een Nederlandse rechter kan zijn oordeel dan niet meer baseren op mensenrechten die geformuleerd zijn in internationale verdragen. Veraart: ‘Dat is echt griezelig en zou een enorme verzwakking van de rechtsstaat betekenen. Nederland kent namelijk geen constitutioneel hof dat wetten toetst aan de grondwet.’
Overigens is het niet allemaal kommer en kwel, wil Veraart ook gezegd hebben. Er zijn ook diverse partijen die groene lichten scoren. Het CDA wil bijvoorbeeld geen rechtbanken meer sluiten. Een pluspunt, hoewel deze partij ook een rood licht krijgt omdat ze de buitenlandse financiering van moskeeën wil verbieden.
ChristenUnie, PvdA, GroenLinks, D66, SP: allemaal krijgen ze meerdere groene lichten. De CU is de enige die geen rood of oranje scoort. Veraart: ‘Maar je ziet wel dat de aandacht voor rechtstoegang en voor de bestrijding van discriminatie is toegenomen. Veel partijen zijn alerter waar het de rechtsstaat betreft. Het is meer dan voorheen een thema.’
Vijf leden
De Commissie rechtsstatelijkheid in verkiezingsprogramma’s is ingesteld door de NOvA en bestaat uit vijf leden:
- prof. mr. drs. Wouter Veraart, hoogleraar Encyclopedie der Rechtswetenschap en Rechtsfilosofie, Vrije Universiteit Amsterdam (voorzitter);
- prof. mr. Lokke Moerel, hoogleraar Global ICT Law, Tilburg University, en advocaat bij Morrison Foerster;
- prof. mr. Peter Rodrigues, hoogleraar Immigratierecht, Universiteit Leiden;
- prof. mr. drs. Marc de Wilde, hoogleraar Algemene Rechtsleer, Universiteit van Amsterdam;
- dr. mr. Camilo Schutte, voorzitter Commissie rechtsstatelijkheid NOvA en advocaat bij Schutte, Schluep & Heidergensen te Amsterdam.
De commissie onderzocht de verkiezingsprogramma’s van politieke partijen die op dit moment minstens twee zetels in de Tweede Kamer bekleden. Dat zijn de programma’s van 50PLUS, CDA, ChristenUnie, DENK, D66, GroenLinks, PvdA, PvdD, PVV, SGP, SP, VNL en VVD.
Dit artikel is verschenen in het februarinummer van het Advocatenblad. Meer over de verkiezingen vindt u in ons Dossier Verkiezingen.