Het laten verlopen van de termijn voor het indienen van nadere gronden bij de rechtbank, wegens verblijf in het buitenland, is een advocaat duur komen te staan. De Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden heeft de advocaat geschrapt van het tableau.
Voor het argument van de advocaat dat hij veronderstelde dat een eerste verzoek om uitstel volgens ‘goed gebruik’ wordt gehonoreerd, is de raad niet gevoelig. ‘Een advocaat behoort, als bij uitstek deskundig op het gebied van het procesrecht, te weten dat in zaken als de onderhavige, in beginsel geen uitstel wordt toegestaan, waar nog bijkomt dat de rechtbank dat bij brief van 10 maart 2015 al had meegedeeld.’
De raad beoordeelt de klacht van de cliënt als gegrond. De advocaat heeft volgens de raad niet ‘de zorgvuldigheid betracht die een behoorlijke rechtshulpverlening betaamt. Het laten verlopen van een termijn, is een ernstige fout met grote gevolgen, omdat klagers beroep niet inhoudelijk is behandeld door de rechtbank. Dit is in hoge mate onzorgvuldig, temeer nu daarvoor geen rechtens relevante reden voor was.’
Bovendien wijst de raad erop dat tegen de advocaat andere klachten zijn ingediend. ‘Het beeld dat uit al deze klachten oprijst, laat zien dat de gedragingen van verweerder geen incidenten zijn maar passen in een structureel patroon van volstrekt onvoldoende besef van verantwoordelijkheden in de wijze waarop hij zijn kantoor organiseert met betrekking tot de belangen van cliënten.’