De douanerechercheur, die volgens zijn toenmalige IRT-collega Klaas Langendoen in de jaren negentig ongestraft vele containers cocaïne liet passeren onder het credo ‘boeven vang je met boeven’.De officier van justitie die een liefhebber was van anonieme kroongetuigen. De crimefighter die deals met zwaar criminelen een praktisch middel vond om zaken op te lossen omdat waarheidsvinding nu eenmaal wat omslachtig is. Die daarom omstreden miljoenendeals sloot, niet alleen met Cees H., maar bijvoorbeeld ook met John E., Charles G., Gerard C., Cor van H. en Mink K. Die man dus. Misdaadjournalist Wim van de Pol beschreef in zijn boek Fred en de Wet hoe Teeven onaanvaardbare opsporingsmethoden zou hebben toegepast en getuigen zou hebben beïnvloed.Fred Teeven propageerde dat onorthodoxe opsporingsmethoden nu eenmaal nodig waren. Don’t fence me in, is het motto van deze cowboy uit de wilde jaren van het Openbaar Ministerie.Fred en de Wet. Laat die man nooit de grenzen van een wet aangeven. Die zijn er in zijn ogen dan niet meer. Zijn meest rechtsstatelijke handeling was zijn vertrek als staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. En deze zelfde man zou nu als onafhankelijk deskundig jurist moeten adviseren over het wetgevingsproces. Bijvoorbeeld over de rechtsstatelijkheid van nieuwe regels van strafprocesrecht. Aanwezigheid van advocaten bij verhoren, regels over het gebruik van de taser, beperkingen van de inzet van kroongetuigen. Ik hoor hem al roepen: minder, minder, minder.
Wie toch al cynisch tegen de Raad van State aankeek, zal wellicht zijn schouders ophalen.
De adviesafdeling van de Raad van State bestaat nu eenmaal vooral uit loyalisten. Veel oud-bewindslieden, politici, ambtenaren, een voormalig landsadvocaat.
Vicevoorzitter Donner was bij zijn aantreden in 2011 minister van Binnenlandse Zaken en kon praktisch zichzelf benoemen. Het moet vooral een tandeloze servicedesk zijn voor het kabinet. Kortom, wat kan een Fred Teeven daar nog kwaad?
Ja, met dat argument kunnen we ook ‘beroepscrimineel’ Mink Kok vragen.
Sterker nog, misschien is dat niet eens zo’n slecht alternatief. Mink Kok zei in Vrij Nederland eens over Teeven: ‘Ik vind hem een aardige kerel, maar ik bewonder dat crimefighter-achtige niet. Als hij zegt: ‘Ik hou ervan om langs de rand van de afgrond te lopen’, denk ik: zorg jij maar dat je er niet invalt. Zo’n anonieme kroongetuige gaat voor een tegenprestatie natuurlijk dingen roepen.’
Ik bedoel maar. Zo onverstandig klinkt dat niet voor een staatsraad.