De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft woensdag het Hof van Justitie in Luxemburg prejudiciële vragen gesteld over de Europese Procedure- en de Terugkeerrichtlijn. De Afdeling bestuursrechtspraak wil weten of uit deze richtlijnen volgt dat een hoger beroep in een asielzaak bij de Afdeling bestuursrechtspraak automatisch schorsende werking moet hebben.
De Afdeling bestuursrechtspraak stelt de prejudiciële vragen in twee afzonderlijke zaken. De eerste zaak gaat over de weigering door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie om aan twee Russische vreemdelingen een asielvergunning te verlenen. De tweede zaak gaat over het besluit van de Belastingdienst/Toeslagen om de huur- en zorgtoeslag terug te vorderen die een Irakese vreemdeling in 2012 heeft ontvangen. Volgens de Belastingdienst/Toeslagen had de man in 2012 geen rechtmatig verblijf meer in Nederland en had hij daarom geen recht op huur- en zorgtoeslag.
In de Nederlandse wet is niet geregeld dat het instellen van hoger beroep in asielzaken bij de Afdeling bestuursrechtspraak automatisch schorsende werking heeft. Schorsende werking is er alleen voor de procedure bij de rechtbank.
De Afdeling bestuursrechtspraak schorst de behandeling van beide zaken in afwachting van de antwoorden van het Hof van Justitie.