Advocaat Ariane Hendriks reageert kritisch op de bewering dat vFAS-advocaten liever schikken dan procederen en altijd handelen in het belang van het kind. Er is geen enkel onderzoek waar dat uit blijkt, betoogt de Amsterdamse familierechtadvocaat.
In een artikel over vechtscheidingen (Advocatenblad 2017-2, pp. 46-48) komt Dianne Kroezen, voorzitter van de vereniging van Familierecht Advocaten Scheidingsmediators (vFAS), aan het woord om te vertellen dat familierechtadvocaten van de vFAS niet vechten, maar coachen, en altijd in het belang handelen van het kind.
Het eerste wat een vFAS-advocaat doet, is de telefoon pakken voor overleg met de advocaat van de wederpartij, aldus Kroezen. Het is een bekend verhaal dat de vFAS over haar leden verkondigt en dat ik regelmatig in de media terugvind: vFAS-advocaten doen er alles aan om vechtscheidingen te voorkomen, vFAS-advocaten zijn allemaal ook opgeleid als mediator en dus toegerust om altijd te de-escaleren, bij vFAS-advocaten staat het belang van het kind voorop.
Ik twijfel geen moment aan de goede intenties van de vereniging, maar er is volgens mij geen enkel onderzoek waaruit blijkt dat vFAS-advocaten in de praktijk meer bereid zijn tot schikken, minder vaak een wederpartij rauwelijks in rechte betrekken en minder vaak onnodig grievend zijn over de wederpartij dan familierechtadvocaten die géén lid zijn van de vFAS. Sterker nog, mijn eigen indruk uit de praktijk is dat vFAS-leden doorgaans juist méér dan niet-vFAS-ers de neiging hebben de belangen van hun cliënt zeer assertief te behartigen, niet per se op een de-escalerende manier en ook lang niet altijd in het belang van het kind (ik kan daar fraaie voorbeelden van geven). Een verklaring daarvoor zou kunnen zijn dat vFAS-leden naar mijn idee oververtegenwoordigd zijn op de commerciële familierechtkantoren, waar de cliënt in ruil voor een uurtarief van € 250 ex BTW of nog (veel) hoger, eerder verwacht dat de advocaat doet wat hij/zij vraagt, ook als dat niet in lijn is met de idealen van de vFAS.
Het spanningsveld dat kan bestaan tussen de eisen van de cliënt, de gerechtvaardigde wensen van de wederpartij en de belangen van de kinderen is iedere familierechtadvocaat bekend. Daar zal in de opleiding van de vFAS, naar ik aanneem, de nodige aandacht aan worden besteed. Ik denk echter niet dat de vFAS, alleen omdat bepaalde kennis bij haar leden verondersteld mag worden, ook kan beweren dat haar leden die kennis ook allemaal op precies dezelfde wijze in de praktijk brengen. Advocaten hebben immers de vrijheid om de belangen van hun cliënten te behartigen op de wijze die hun goeddunkt. Ik vraag me daarom ook af wat de vFAS precies doet om zicht te houden op de werkwijze van haar leden. Advocaten die op toevoeging familiezaken behandelen, committeren zich aan een aanvullende gedragscode; voor zover ik weet heeft de vFAS die niet.
Het lijdt geen twijfel dat vFAS-leden mogen bogen op een gedegen specialisatie-opleiding (het prijskaartje van bijna € 13.000 dat aan de opleiding hangt, verklaart meteen het aandeel vFAS-leden met een commerciële praktijk). Dat de vFAS uitdraagt dat haar leden goed opgeleid zijn, is logisch, hoewel ik mij stoor aan de soms merkbare impliciete suggestie dat familierechtadvocaten die geen vFAS-lid zijn, eigenlijk niet weten wat ze aan het doen zijn. Maar uitspraken van het slag ‘vFAS-advocaten vechten niet’, kan de vFAS simpelweg niet hard maken. Als de vFAS de beschuldiging van hypocrisie wil vermijden, kan zij dat soort claims beter achterwege laten.
Ariane Hendriks is verbonden aan Van Kempen c.s. Advocaten te Amsterdam. Ze is tien jaar werkzaam als familierechtadvocaat en geen lid van de vFAS.
In reactie op de opinie van Ariane Hendriks reageert vFAS-voorzitter Dianne Kroezen als volgt:
De bedoeling van het stuk in het Advocatenblad van februari jongstleden was om de visie van de vereniging van Familierecht Advocaten Scheidingsmediators (vFAS) weer te geven in een tijd dat de familierechtadvocatuur in zwaar weer zit als het gaat om het imago bij de zogenaamde (v)echtscheiding. Deze visie komt o.a. tot uitdrukking in de ontwikkelde toelatings- en opleidingsvereisten van de vFAS.
De vFAS staat voor kwaliteit als het gaat om de juridische kennis en de de-escalerende vaardigheden van de familierecht-advocaat. Alle aangesloten advocaten moeten de opleiding van ons opleidingsinstituut IMFO volgen en worden daarop getoetst. Daardoor zijn zij niet alleen een juridisch deskundige advocaat maar ook een scheidingsmediator. Een van de kernwaarden, die de vFAS hanteert is het voeren van overleg om te bezien op welke punten partijen tot een vergelijk met elkaar kunnen komen.
Daarbij is het een feit dat twee derde deel van alle aangesloten leden van de vFAS regelmatig op basis van gesubsidieerde rechtsbijstand optreedt. Ook ondergetekende treedt regelmatig op deze basis op voor partijen. Dat de vFAS-advocaten zouden zijn oververtegenwoordigd in het commerciële segment wordt bovendien niet onderbouwd door een onderzoek.
De vFAS pretendeert niet dat iedere familierechtadvocaat die niet bij de vFAS is aangesloten niet weet wat hij/zij doet, maar bepleit enkel dat het niveau aan kennis, ervaring en mediationvaardigheden op hetzelfde niveau zou moeten liggen voor alle advocaten, die zich met familierecht bezighouden.
Gezien de uit het opiniestuk van mevrouw Hendriks sprekende kritiek heb ik naar aanleiding daarvan de telefoon gepakt en haar gebeld. Met een overleg kom je namelijk verder dan elkaar met standpunten bestoken, weet ik uit ervaring.