De elf lokale orden van advocaten hebben in 2016 2.293 klachten tegen advocaten geregistreerd. Dat aantal ligt iets lager dan in 2015, toen kwamen er 2.332 klachten binnen. Dat blijkt uit het jaarverslag van het landelijke dekenberaad.
Klachten kunnen afkomstig zijn van cliënten of collega-advocaten, maar ook van de lokale deken zelf. Een ingediende klacht hoeft niet per se een gegronde klacht te zijn. Het grootste aantal klachten kwam binnen in Amsterdam, waar ook de meeste advocaten staan geregistreerd. Relatief gezien kwamen de meeste klachten binnen in Noord-Nederland. In dat arrondissement daalde het aantal klachten overigens flink, van 210 naar 180. Noord-Holland en Limburg komen op een gedeelde tweede plaats.
Bijna de helft van het aantal klachten was gericht tegen de eigen advocaat. Het dekenberaad constateert een stijging van het aantal klachten gericht tegen de advocaat van de wederpartij. ‘Dat lijkt een maatschappelijke trend. Jan en alleman schijnt te denken dat je kunt klagen over van alles en nog wat’, aldus Emilie van Empel, tot 1 april voorzitter van het landelijk dekenberaad. Teleurstelling van cliënten over de uitkomst van een zaak en onterechte verwachtingen spelen een belangrijke rol bij het indienen van een klacht. In die gevallen wordt vaak geklaagd over de kwaliteit van de dienstverlening, meestal ongegrond.
Niettemin zijn kwaliteit en inhoudelijke deskundigheid speerpunten voor het landelijk dekenberaad, zeg Van Empel. ‘Die trend zie je ook in tuchtzaken. Advocaten moeten niet alleen administratieve kwaliteit leveren, maar ook zaakgericht te werk gaan. Ook bij kantoorbezoeken zoeken we voortdurend naar methoden om kwaliteit te meten. We nemen bij voorkeur iemand mee die deskundig is op het terrein waarop het betreffende kantoor actief is. Als dat niet iemand uit de eigen raad is, dan overleggen we of dat iemand anders uit de balie kan zijn.’
De lokale dekens legden in 2016 in totaal 559 kantoorbezoeken af. Dat is weliswaar meer dan de vereiste 10 procent, maar per saldo niet genoeg. In tachtig gevallen betrof het namelijk een bezoek naar aanleiding van een signaal. Deze categorie maakt formeel geen deel uit van de vereiste 10 procent. Van Empel zegt te verwachten dat het aantal zogeheten aselecte bezoeken dit jaar verder stijgt.
Bij 9 procent van de bezochte kantoren maakte de lokale deken een zogeheten specifiek toezicht dossier (s-dossier) aan, waarin ernstige onvolkomenheden werden vastgelegd. Dat is een stuk minder dan in 2015. Volgens het jaarverslag is dat onder meer te danken aan een betere bewustwording bij advocaten.