Phyllis Winkens-Besems, ondernemingsrechtadvocaat bij Van As Advocaten in Uden:
‘Het gaat om het belang van de cliënt. Voor het enkele vermoeden dat ik voor het karretje word gespannen, zal ik dat belang niet opzijzetten. Bij twijfel wordt er overlegd met collega’s op dezelfde manier als wanneer een cliënt bijvoorbeeld in hoger beroep wil, maar mij dit zinloos lijkt. Meestal blijkt dat als aan een cliënt duidelijk wordt uitgelegd waarom procederen hoogstwaarschijnlijk niet het gewenste resultaat zal opleveren, hij daar uiteindelijk beter tevreden mee is dan tóch die procedure starten.’
Ingomar Souren, vastgoedadvocaat en partner bij Kneppelhout & Korthals Advocaten in Rotterdam:
‘Het maakt op zich niet uit of het een nieuwe relatie betreft, maar van een vaste relatie weet je over het algemeen wel wat er achter een vraag echt speelt. De grens om wel of niet te procederen, ligt voor mij bij het volgen van de feiten. Een standpunt moet verdedigbaar zijn zonder verdraaiingen en tot een succesvolle uitkomst kunnen leiden, waarbij de definitie van succesvol samenhangt met de onderliggende belangen. Denk aan het aankaarten van misstanden of lacunes in wet- of regelgeving.’
Mariëlle van der Giessen, partner en registermediator bij Vermeere Advocaten in Drunen:
‘Voordat ik een zaak aanneem, vindt er een introductiegesprek plaats. Daarbij probeer ik te graven naar de diepere onderlaag: waarom wil iemand procederen? Zo had ik een paar jaar geleden een vrouw die graag in hoger beroep wilde. Juridische argumenten daarvoor ontbraken echter. Ze wilde alleen haar gelijk halen en wraak nemen op haar ex-man. Ik heb toen aangegeven dat ik dat echt niet zag zitten. Soms moet je cliënten ook tegen zichzelf in bescherming nemen.’