Het College van Afgevaardigden van de NOvA gaat niet zonder meer akkoord met het plan om opleidingspunten per rechtsgebied verplicht te stellen, zo bleek woensdag tijdens de kwartaalvergadering.
De NOvA startte onlangs een baliebrede consultatie over kwaliteitsbevorderende maatregelen. De orde denkt erover om voor acht rechtsgebieden tien opleidingspunten per jaar verplicht te stellen.
Het College van Afgevaardigden wijdde woensdag een eerste discussie aan het onderwerp. Daarbij bleek dat er de nodige bedenkingen bestaan. Zo gaf onder meer de Amsterdamse fractie aan bang te zijn voor een stapeling van eisen. Als zowel de orde, als de Raad voor Rechtsbijstand als de specialisatievereniging verschillende eisen gaan stellen, wordt het onwerkbaar, aldus de Amsterdamse advocaat Rigorette van Riet.
Ook de Haagse fractie liet weten dat het plan binnen de Haagse balie voor onrust heeft gezorgd.
Volgens de algemene raad van de NOvA zijn advocaten het aan zichzelf en aan rechtzoekenden verplicht de kwaliteit naar een hoger niveau te tillen. De rechtzoekende moet kunnen rekenen op een partijdige, deskundige en integere advocaat, stelde AR-lid Bernard de Leest. ‘De achterliggende gedachte is dat meer specialisatie leidt tot meer omzet en niet tot een vlucht richting kostenbesparing, hetgeen je nu vaak ziet.’
De NOvA vindt kwaliteitsbewaking een zaak van de orde en niet van andere instanties zoals de Raad voor de Rechtsbijstand. ‘We moeten ervoor blijven zorgen dat de advocatuur zich blijft onderscheiden met kwaliteit’, aldus algemeen deken Bart van Tongeren.
Een deel van het college ziet in het puntenvoorstel aanleiding voor een fundamentele discussie over de toekomst van de advocatuur. Diverse fracties steunden het voorstel van Noord-Nederland om een commissie in het leven te roepen die een visie op de advocatuur formuleert.
De inhoudelijke discussie binnen het college over het puntenplan is voorzien voor de junivergadering, na afloop van de consultatie.