Griph is anders dan andere advocatenkantoren. Het is een coöperatie, met leden en een bestuur. Oprichter Jaap Stikkelbroeck en zijn collega’s hebben elkaar gevonden in deze nieuwe samenwerkingsvorm.
Door Erik Jan Bolsius
Het kantoor van Griph kijkt uit op het IJ, aan de achterkant van het Amsterdamse Centraal Station. Bij het oversteken moet Jaap Stikkelbroeck (38) drie keer wachten voor passerende trams, fietsers en auto’s. ‘Dit is een bizar kruispunt, toeristen snappen het al helemaal niet.’
Veilig op de pont naar Noord vertelt hij over de coöperatie Griph. ‘Je kunt ons vergelijken met een kapperszaak waar iedereen een stoel huurt. Voor die stoel betaal je een bedrag, deels vast, deels afhankelijk van je omzet en het aantal dagen dat je op kantoor zit. Je haakt aan, brengt je eigen klanten mee en profiteert van elkaars netwerk en van de samenwerking. En mocht het om wat voor reden niet meer bevallen, dan kun je zonder ingewikkeld gedoe je heil ergens anders zoeken.’
Sinds het vertrek van de helft van de advocaten (‘verschil van inzicht, niks ernstigs’) vorig jaar, bestaat Griph uit zeven advocaten en fiscalisten. ‘We werken voor ondernemers en ondernemingen op het gebied van ondernemingsrecht, arbeidsrecht en vastgoed. Wij werken op een moderne manier samen, flexibel, met een lage overhead.’ De leden betalen maandelijks minimaal 1.200 euro en maximaal 2.500 euro. Dat lijkt misschien veel, maar er staat volgens Stikkelbroeck genoeg tegenover.’Je krijgt er een volledig kantoor voor en je deelt je klanten, zet je netwerk voor elkaar open. Dus voor dat bedrag heb je collega’s met wie je kunt samenwerken in zaken.’
Ook de verzekeringen, het onderling afrekenen, de centrale marketing, website, en een volledige digitale werkplek zijn geregeld. Voor secretariële ondersteuning en kennisbronnen betalen de leden naar gebruik. ‘Aan de achterkant zijn we lid van een coöperatie, maar aan de voorkant zijn we gewoon een kantoor. We werken veel samen in dossiers en als zelfstandig ondernemer stuur je maandelijks een factuur naar kantoor, op basis van een geautomatiseerd verrekenmodel.’
Stikkelbroeck ziet het samenwerkingsmodel van Griph als een moderne variant van een kostenmaatschap. ‘Het heeft de voordelen van een kostenmaatschap, maar dan met een centrale buitenboordmotor die het algemeen belang behartigt. Een kostenmaatschap bestaat vaak uit losse eilandjes, wij trekken echt samen op.’ De klanten van Griph merken dat volgens hem, omdat ze te maken hebben met ondernemende fiscalisten en advocaten. ‘Bij ons zit niemand als werknemer achter zijn bureau te wachten tot er een dossier op verschijnt.’
Stikkelbroeck begon zijn carrière op traditionele kantoren, als laatste werkte hij twee jaar bij Zuidaskantoor Lexence, tot hij vertrok om zelf het wiel uit te vinden. ‘Ik denk dat er veel gaat veranderen in de advocatuur en het is ontzettend leuk om daarin voorop te lopen, om nieuwe dingen op te zetten. Die verandering gaat over meer dan digitalisering alleen. Misschien is de grens van onze dienstverlening wel aan het vervagen. Ik werk anders met mijn klanten dan voorheen. Veel klanten zijn behoorlijk zelfredzaam, ook op juridisch gebied. Die willen niet altijd dat je een zaak helemaal van ze overneemt. Ze willen korte lijnen, snelle interactie en een adviseur die kan meedenken over wat de beste mogelijkheden zijn voor het bedrijf.’
Stikkelbroeck kan het onderscheidend vermogen van zijn kantoor niet in een paar woorden benoemen. ‘Het ondernemende, de zelfstandigheid, de vrijheid, daar zijn we echt anders in. Een klant merkt dat. Een procedure is een procedure, daar kun je niet veel anders van maken, maar je kunt het wel op een andere manier insteken. Er wordt vaak over cliënten gesproken alsof het een andere diersoort is, maar het zijn net als wijzelf ondernemers die een boterham willen verdienen en goed werk willen leveren. Onze dienstverlening wordt kwalitatief beter doordat we gewoon aan klanten vragen of het bevalt en wat er beter kan. Ik neem de tijd om echt met klanten te praten, het is een belangrijk onderdeel van mijn werk. Ik ga erheen, eet een broodje of ga een rondje met ze lopen. Er zijn genoeg klanten die zeggen dat ze onze manier van werken gewoon prettig vinden. Binnenkort gaan we van start met een marketingcampagne die precies daarop gericht is, we gaan onze klanten vragen waar zij vinden dat onze toegevoegde waarde ligt.’
Na een wandeling door Amsterdam-Noord stapt Stikkelbroeck de pont weer af, aan de achterkant van het Centraal Station. Hij loopt door een zogeheten mixed zone, een wirwar van fietsers, scooters en wandelaars die van en naar de pont gaan. ‘Hier is een regelvrije zone bedacht, zonder voorrangsregels of verkeerslichten. Heel druk, maar het gaat vanzelf goed. Wij advocaten kunnen hiervan leren, want blijkbaar gaat het ook goed als je niks vastlegt en niks afspreekt. Waarom zou het beter zijn als je alles tot in detail regelt? Het is volgens mij steeds meer van deze tijd dat ondernemers, maar ook particulieren, niet meer alles vast willen leggen. Er is meer behoefte aan praktische afspraken, flexibiliteit om dingen te veranderen. Natuurlijk zijn we er ook juist om die zekerheden in te bouwen, maar je kunt elke deal, zo prachtig als hij is, kapot praten door meer zekerheid te vragen. Als het niet nodig is, regel ik niet alles dicht.’
Wie is Jaap Stikkelbroeck?
2012-heden: Oprichter en advocaat Griph
2010-2012: Advocaat Lexence
2007-2010: Advocaat Korvinus Abeln
2004-2007: Advocaat Starmans & Van Ruyven
Samenwonend, een kind
Dit artikel is verschenen in het aprilnummer van het Advocatenblad. De hele editie is hier te lezen.