Dat het Nederlandse rechtssysteem slijtage vertoont, weten we al langer. De komst van een nieuwe regering is hét moment om groot onderhoud te plegen. Of heeft nieuwbouw de voorkeur?

Door Kees Pijnappels

Nu het Binnenhof aan een nieuwe regeringscoalitie timmert, roepen maatschappelijke instituten en organisaties om het hardst om aandacht. Ook vanuit de justitiële wereld. Twee rapporten belandden deze maand op de politieke burelen, zowel van de drie ‘ketenpartners’ in het strafrecht als van het juridisch onderzoeksinstituut HiiL. Beide roepen op tot extra investeringen in het rechtssysteem. Waar de één (HiiL) uitgaat van een eenmalige investering van 100 miljoen euro, wil de ander dat bedrag per jaar.

In hun oproep aan het nieuwe kabinet – De toekomst van de strafrechtspleging: Ambities voor gezamenlijke versterking – reppen de bazen van de politie, het OM en van de Rechtspraak van ‘een keerpunt’. Het strafrechtssysteem kampt met ‘serieuze tekortkomingen’ en de druk op de keten neemt alleen maar toe. Om toekomstbestendig te worden, is politieke steun nodig, moreel en financieel.

Opmerkelijk is dat de drie instituten zich samen tot het nieuwe kabinet wenden, zich realiserend dat ze in hetzelfde schuitje zitten. Ook opvallend is dat politie, OM en Rechtspraak nadrukkelijk stellen vooral zelf de problemen te willen oplossen. Het kabinet moet met geld over de brug komen en zich verder niet al te veel bemoeien met de inhoud. De politiek moet sowieso ophouden met moord en brand te schreeuwen na elk incident, dat ondermijnt alleen maar het vertrouwen in de rechtsstaat, luidt de boodschap.

Het geld is met name bedoeld om de huidige, aftandse en op zichzelf staande ICT-systemen te vervangen door ‘een gezamenlijke informatieomgeving’. Alle papier de prullenmand in, ‘digital only’ luidt het devies.

Daarnaast is een cultuuromslag nodig voor een effectieve samenwerking tussen de drie ketenpartners. Niet langer klagen over elkaars gebreken, maar samen één doel nastreven: een goed functionerende strafrechtspleging, waarbij elke organisatie rekening houdt met de ketenpartners. Politie, OM en Rechtspraak vragen daarvoor trouwens niet om extra geld, dat proces loopt al.

Waar wel weer extra geld voor nodig is: training en opleiding van met name politiemensen, de aanpak van cybercrime en andere ondermijnende criminaliteit, rechtsbijstand en nog een handvol acute knelpunten. Al met al is in de komende vier jaar jaarlijks 100 miljoen euro extra nodig – en dat is slechts een ruwe schatting.

De ‘cri du coeur’ van politie, OM en Rechtspraak kwam min of meer gelijktijdig met het rapport van the Hague Institute for Innovation of Law. HiiL heeft niet alleen de strafrechtsketen, maar het gehele rechtssysteem tegen het licht gehouden.

In zijn pleidooi ‘Menselijk en rechtvaardig – Is de rechtsstaat voor de burger?’ komt HiiL tot de conclusie dat de rechtsstaat niet goed functioneert. Een automobilist heeft zo een bekeuring te pakken, maar drugscriminelen kunnen hun gang gaan. Er lopen meer veroordeelden vrij rond dan er in de gevangenis zitten. Vechtscheidingen veroorzaken veel leed, het arbeidsrecht discrimineert tussen vast en flex, Groningers moeten jaren wachten op een schadevergoeding.

Volgens Hiil moet de boel op de schop. De actoren in het rechtsstelsel, het ministerie van Veiligheid en Justitie, politici, advocatuur en rechtspraak hebben elkaar in een houdgreep die moet worden losgelaten. Ruimte voor innovatie is het nieuwe credo. Innovatie op een tiental specifiek te benoemen terreinen.

Ook de advocatuur zit klem in de eigen wettelijke rol, stelt HiiL. ‘De advocatuur is zo dichtgeregeld dat er geen goede gestandaardiseerde diensten voor de problemen van gewone mensen kunnen ontstaan.’ Het innovatie-instituut pleit voor andere regels voor beroepsuitoefening, zodat nieuwe diensten mogelijk worden. Als voorbeeld van een nieuwe dienst noemt HiiL het online platform Rechtwijzer uit elkaar. Het platform, waarbij Hiil ook actief betrokken was, staakte overigens onlangs zijn activiteiten.

Dit artikel verscheen in het aprilnummers van het Advocatenblad. De hele editie is hier te lezen.

Advertentie