Binnen het notariaat is al langere tijd een roep hoorbaar om de legitieme niet langer automatisch toe te kennen. Uit een recente enquête van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie blijkt dat veertig procent van de Nederlanders vindt dat het wettelijk mogelijk moet zijn een volwassen kind volledig te onterven. Een meerderheid van de notarissen (62 procent) deelt die mening. Het erfrecht moet volgens de advocatuurlijke neven en nichten op dit punt aan de moderne tijd worden aangepast. Een stijgend aantal personen bereikt een hoge leeftijd. Tijdens de levensspanne heeft men dikwijls meerdere relaties waaruit kinderen worden geboren. Menigmaal verwatert de band met ‘de eerste leg’.
Een casuspositie: Daniël Vermeij is als executeur-testamentair belast met het afwikkelen van de nalatenschap van zijn vader, die bij overlijden ongehuwd was. Uit een eerder huwelijk heeft zijn vader drie kinderen, maar deze heeft hij destijds testamentair onterfd wegens een verstoorde relatie. Gedurende veertig jaar zijn wederzijds geen pogingen tot herstel van het contact ondernomen. Vermeij, uit het tweede huwelijk, kent zijn halfbroer en zussen derhalve niet. Na vier decennia melden de onterfden zich om de legitieme op te eisen. Het rechtvaardigheidsgevoel bekruipt de lezer dat een duurzaam verstoorde relatie gelijk zou moeten staan aan het berusten in de onterving. Is het werkelijk redelijk en billijk om na zo’n lange, bijna levensomspannende, periode als kwelgeest uit het verleden de legitieme op te eisen? Ik vind van niet.
Volledige onterving zou alleen moeten gelden bij bijzondere omstandigheden. Zo moet het kind per definitie volwassen zijn. Bovendien moet sprake zijn van een verzwarende omstandigheid. Bijvoorbeeld in het geval wanneer het kind is veroordeeld voor een misdrijf tegen een ouder. Of wanneer sprake is van een ernstige en/of langdurige verslaving. Maar ook als sprake is van een (ernstig) verstoorde relatie en langdurig geen contact heeft plaatsgevonden. De grens van een duurzaam ontwrichte relatie mag wat mij betreft op tien jaar of langer worden gesteld.
Een casuspositie als die van Vermeij leent zich prima voor een proefprocedure bij de Hoge Raad. Vanuit de politiek, het notariaat en het maatschappelijke veld lijkt voldoende draagvlak om het gedrocht van de legitieme naar de wetsgeschiedenis te verwijzen. Laat een bloedband niet langer een automatisme vormen voor een onherroepelijk recht op een deel van de erfenis. Kort en goed: weg met de legitieme!