Voor het eerst heeft een rechter in hoogste instantie uitspraak gedaan over het nieuwe digitaal procederen. Van de advocaat mocht niet worden gevraagd aan te tonen tijdig de gronden van beroep te hebben ingediend. Het systeem voorzag op dat moment niet in een goede ontvangstregistratie.

De zaak betrof een in juli 2016 ingediend beroep tegen een afwijzing verblijfsvergunning asiel, waarin partijen vrijwillig digitaal procedeerden. In eerste instantie had Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat de betrokken advocaat de gronden van beroep niet tijdig zou hebben ingediend. Daarbij achtte de rechtbank van belang dat de advocaat niet met stukken had onderbouwd dat hij de stukken wél tijdig had ingezonden.

In hoger beroep bij de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State voerde de advocaat aan dat hij geen ontvangstbevestiging had ontvangen. Wel verscheen na indiening een melding dat het document was toegevoegd aan het dossier, maar deze melding was niet voorzien van een datum of tijdstip en verdween weer na het afsluiten van het digitale systeem. De gronden waren voor hem ook niet direct zichtbaar in het digitale systeem nadat hij de melding had ontvangen.

Op grond daarvan overwoog de Afdeling in een uitspraak van 31 maart jongstleden dat het voor de advocaat niet mogelijk was de tijdige indiening met stukken te onderbouwen, nu het digitale systeem niet voorzag in een deugdelijke en betrouwbare wijze van ontvangstregistratie van een via dat systeem verzonden bericht. De uitspraak van de Rechtbank Den Haag werd vernietigd.

Een woordvoerster van de Rechtspraak laat weten dat het digitale systeem inmiddels voorziet in de mogelijkheid een ontvangstbevestiging te vragen. ‘En je kunt altijd controleren of het document daadwerkelijk aan het digitale dossier is toegevoegd.’ Volgens vreemdelingenadvocaat Igna Oomen, die veel ervaring met digitaal procederen heeft opgedaan, is dat laatste essentieel: ‘Het lastige punt is dat je altijd moet checken of het echt is aangekomen. Dus niet uploaden en dan direct uitloggen. Als je op de valreep om 23.55 je gronden indient, kun je dus niet naar bed – eerst checken of het document écht is aangekomen. Staat het er eenmaal in, dán kun je een oploadbewijsje krijgen.’

Vanaf 12 juni wordt digitaal procederen verplicht in vreemdelingen- en bewaringszaken zo blijkt uit een besluit dat vandaag in het Staatsblad is verschenen. De woordvoerster van de Rechtspraak: ‘Het zal voor alle partijen wennen zijn, daar is aandacht voor in de rechtspraak. In het Landelijk Overleg Vakinhoud Bestuursrecht zijn oriëntatiepunten verschoonbare termijnoverschrijding opgesteld. Voor een deel zijn de consequenties van verstoringen duidelijk, in andere situaties zal het zich de komende tijd moeten uitkristalliseren in jurisprudentie.’

Trudeke Sillevis Smitt

Advertentie