De NOvA wil een minimum van tien POpunten per specialistisch rechtsgebied verplicht stellen. Menigeen is voorstander van het plan, al zijn er ook bedenkingen.

Door Francisca Mebius

Als het aan de Nederlandse orde van advocaten ligt, worden advocaten in de nabije toekomst verplicht jaarlijks minimaal tien PO-punten per specialistisch rechtsgebied te behalen. De algemene raad kwam vorige maand met dat voorstel om de kwaliteit van de advocatuur ten aanzien van de rechtzoekende te bevorderen. Het voorstel is inmiddels baliebreed ter consultatie neergelegd.

‘We moeten ervoor zorgen dat de advocatuur zich blijft onderscheiden met kwaliteit,’ betoogde algemeen deken Bart van Tongeren tijdens de kwartaalvergadering van het college van afgevaardigden van de NOvA vorige maand. ‘De NOvA vindt kwaliteitsbewaking een zaak van de orde en niet van andere instanties zoals de Raad voor Rechtsbijstand.’

Volgens de algemene raad zijn advocaten het aan zichzelf en aan rechtzoekenden verplicht de kwaliteit naar een hoger niveau te tillen. ‘De rechtzoekende moet kunnen rekenen op een partijdige, deskundige en integere advocaat,’ zei AR-lid Bernard de Leest in diezelfde vergadering. ‘Het behalen van opleidingspunten is een belangrijk middel voor het op peil houden van de vakbekwaamheid. De belangrijkste achterliggende gedachte is dat de rechtzoekende geholpen wil worden door een gespecialiseerde advocaat. Daarnaast leidt meer specialisatie uiteindelijk tot meer samenwerking en omzet voor advocaten. Een vlucht richting kostenbesparing door kleiner te gaan werken en een algemene praktijk te houden, hetgeen je nu vaak ziet, werkt juist averechts.’

Register
De algemene raad wil naast de verplichte tien PO-punten per jaar per specialistisch rechtsgebied de wegwijzerfunctie van de NOvA verbeteren door een nieuwe opzet van het huidige rechtsgebiedenregister in te voeren. ‘Voor rechtzoekenden moet het duidelijk zijn welke specialisaties advocaten hebben. Waar advocaten tot nu toe zelf konden bepalen of ze hun specialisaties registreerden, wordt met deze nieuwe maatregelen een registratie dus verplicht. Voor advocaten die alleen een algemene praktijk aanvinken in het register geldt het bestaande vereiste van jaarlijks twintig opleidingspunten.’

Voor wat betreft de verplichte tien PO-punten per specialisme heeft de NOvA in het voorstel een selectie gemaakt van de rechtsgebieden waarop het minimumvereiste geldt. Dat gaat om arbeidsrecht, sociaal zekerheidsrecht, huurrecht, jeugdrecht, personen-, familie- en erfrecht, psychiatrisch patiëntenrecht, strafrecht en asiel- en vreemdelingenrecht.

De vereiste van minimaal tien PO-punten per rechtsgebied heeft volgens de AR met name gevolgen voor advocaten die gespecialiseerd zijn in meer dan twee rechtsgebieden. Voor hen betekent het een puntenverzwaring. ‘Een specialisatie op een of twee rechtsgebieden is op dit moment mogelijk binnen de huidige jaarlijkse twintig PO-puntenverlichting,’ aldus de AR. ‘Bij een profilering als specialist op bijvoorbeeld vier rechtsgebieden zouden op jaarbasis veertig PO-punten moeten worden behaald.’

De Raad voor Rechtsbijstand ondersteunt het door de AR voorgenomen beleid. ‘Zowel de Raad als de NOvA kunnen voor de verlening van rechtsbijstand eisen stellen aan advocaten,’ aldus een woordvoerder van de Raad voor Rechtsbijstand. ‘De AR wil ook een punteneis gaan stellen voor de rechtsterreinen arbeidsrecht, huurrecht en sociale zekerheidsrecht, waarvoor de Raad geen eisen heeft geformuleerd. De Raad kan zich goed voorstellen dat de AR die terreinen, waarop ook specialisatieverenigingen actief zijn, niet wil uitzonderen. Een beweging richting verdergaande specialisatie is onontkoombaar en het voorstel van de AR draagt daar aan bij.’

Stapeling
De maatregelen vallen niet direct bij iedereen in goede aarde. Tijdens de jongste kwartaalvergadering van het college van afgevaardigden bleek al dat niet alle regio’s zonder meer akkoord gaat met het plan. Zo gaf onder meer de Amsterdamse fractie aan bang te zijn voor een stapeling van eisen. ‘Als zowel de orde als de Raad voor Rechtsbijstand en de specialisatievereniging verschillende eisen gaan stellen, wordt het onwerkbaar,’ klaagde de Amsterdamse advocaat Rigorette van Riet.

Ook de Haagse fractie liet weten dat het plan binnen de Haagse balie voor onrust heeft gezorgd. Een deel van het college ziet in het puntenvoorstel aanleiding voor een fundamentele discussie over de toekomst van de advocatuur. Diverse fracties steunden het voorstel van Noord-Nederland om een commissie in het leven te roepen die een visie op de advocatuur formuleert.

Anthony Wijnberg van de fractie Noord-Nederland is zelf gespecialiseerd in gezondheidsrecht en heeft dus niets van doen met de tienpunteneis. Hij vindt dat de NOvA met het voorstel hindernissen opwerpt voor advocaten. ‘De bemoeizucht van de orde moet niet verder gaan dan strikt noodzakelijk, ook wat betreft het bewaken van kwaliteit en imago.’

Daarnaast is Wijnberg verbaasd over het feit dat de algemene raad het voorstel zonder overleg met het college in baliebrede consultatie heeft gebracht. ‘Zo’n vraag moet je eerst intern bespreken. Tijdens deze eerste discussie binnen het college spelen al zoveel vragen over het voorstel. Hoe zal dat zijn als je het in een keer aan bijna 18.000 advocaten voorlegt?’

Cursusaanbod
Een kleine peiling via de nieuwsbrief en de website van het Advocatenblad toont aan dat een nipte meerderheid, 114 van de 205 stemmers, de tienpunteneis een goed idee vindt. Ook een rondgang langs specialisatieverenigingen leert dat daar vooral veel positieve reacties op het voorstel te vinden zijn, al worden er ook kanttekeningen geplaatst.

De leden van de Vereniging van Huurrecht Advocaten (VHA) hebben inmiddels al ingestemd met het minimumaantal van tien opleidingspunten, zegt voorzitter Aemile van Rappard, advocaat bij Ekelmans & Meijer Advocaten in Den Haag. ‘De VHA staat hier dan ook volledig achter.’

Van Rappard tekent daarbij wel aan dat er op het betreffende rechtsgebied voldoende aanbod van goede cursussen moet zijn. ‘Als dat aanbod onvoldoende is en men cursussen moet volgen op een te laag niveau dient de tienpunteneis geen redelijk doel. De VHA heeft bij de invoering van de eis aan haar leden toegezegd dat zij minimaal twaalf punten per jaar zal aanbieden.’

Meindert Doornbos, advocaat bij Doornbos Suringar Wiersema advocaten in Assen en voorzitter van de Vereniging van Psychiatrisch Patiëntenrecht Advocaten Nederland (vPAN), zegt op persoonlijke titel de tienpunteneis voor patiëntenrechtadvocaten te zwaar te vinden. ‘De vPAN vindt dat BOPZ-advocaten tijdens de uitvoering van de praktijk hun kennis en ervaring goed moeten bijhouden, dus zeker de nodige opleidingspunten moeten halen. Maar dit wordt nog een hele kunst.’

Volgens Doornbos is de BOPZ een te klein specialisme voor tien punten per jaar. ‘Het huidige aantal te halen punten op basis van de inschrijvingsvoorwaarden van de Raad voor Rechtsbijstand, zes per twee jaar, is voldoende om goed bij te blijven.’

Doornbos, die ook een strafrechtpraktijk heeft, noemt de tienpunteneis voor deze specialisatie daarentegen terecht. ‘Strafrecht is veel uitgebreider en omvangrijker dan het patiëntenrecht.’

Volgens Bernard de Leest, die naast AR-lid en advocaat bij Zumpolle Advocaten in Utrecht ook bestuurslid is bij de Specialisatievereniging Sociaal Zekerheidsrecht (SSZ) is, is het bestuur van de SSZ groot voorstander van specialisatie en zijn er geen bedenkingen bij een verplichtstelling van tien punten. ‘Er zijn genoeg cursussen binnen het sociale zekerheidsrecht. Alleen onze vereniging biedt al vier bijeenkomsten per jaar waar in totaal twaalf punten mee behaald kunnen worden. Dit kost zo’n 300 à 400 euro per jaar. De inspanning en de kosten vallen dus mee.’

Rechtsgebieden
De Leest is van mening dat je je als advocaat moet beperken tot twee of drie rechtsgebieden en dat het dus niet zo kan zijn dat er verplicht veertig punten per jaar of meer gehaald moeten worden. ‘De tijden zijn voorbij dat advocaten op vijf rechtsgebieden bezig zijn. Dat is niet te behappen.’

Charlotte Dingemans, advocaat bij Dingemans VanderKind Advocaten in Amsterdam en voorzitter van de Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Nederland (VAAN), is het met hem eens. ‘Het is niet goed als advocaten van alles wat doen. Dat is niet meer verantwoord, omdat er op veel rechtsgebieden tegenwoordig zoveel ontwikkeling is op het gebied van wetgeving en jurisprudentie. Ik ben voor het hoog houden van het niveau van advocaten door specialisme en daar mogen ook eisen aan worden gesteld.’

Ook Wil Eikelboom, asielrechtadvocaat bij Prakken d’Oliveira in Amsterdam en voorzitter van de Vereniging Asieladvocaten en -Juristen Nederland (VAJN), vindt het van groot belang dat advocaten genoeg tijd steken in het bijhouden van hun specialisatie, omdat juridische procedures steeds complexer worden. ‘Asieladvocaten zijn wat dat betreft wel wat gewend. We moeten toelatingscursussen volgen inclusief een toets, meelopen met een ervaren advocaat en vervolgens elk jaar minstens twintig zaken in ons rechtsgebied doen en vier gespecialiseerde opleidingspunten halen.’

Blindstaren
Eikelboom heeft er geen problemen mee om daar tien punten van te maken. ‘Ik vind wel dat we ons niet moeten blindstaren op die punten. Een rechtzoekende heeft er meer aan dat zijn of haar advocaat regelmatig een bepaald soort zaken doet, dan dat hij of zij twee cursussen van een dagdeel volgt en verder geen praktijkervaring heeft. Voor asielspecialisten, die vooral werken in zaken die worden gefinancierd door rechtsbijstand, is het van belang dat we niet worden gedwongen om ook meer lucratieve rechtsgebieden erbij te doen, zoals is voorgesteld door de commissie-Wolfsen. Op die manier kunnen we de specialisten blijven die onze, zeer kwetsbare, cliënten nodig hebben.’

Eva Huls, advocaat bij Reynaerde Advocaten in Amsterdam en bestuurslid bij de Vereniging van Nederlandse Jeugdrechtadvocaten (VNJA), vraagt zich af wat de tienpunteneis uiteindelijk betekent voor het jeugdrecht als specialisme. Volgens de advocaat neemt het aantal jeugdzaken al jaren af en is het aantal jeugdrechtadvocaten juist gestegen. ‘Dit betekent dat jeugdrechtadvocaten over het algemeen minder zaken binnen dit specialisme doen. Als je minder zaken doet, vraagt de tienpunteneis financieel wel wat van je. Het kan zijn dat dit niet terugverdiend wordt. Jeugdrecht als specialisme wordt dan ook een bewuste keuze voor advocaten. We hopen dat de mensen die bevlogen zijn overblijven, maar we horen ook geluiden van advocaten die voornemens zijn af te haken.’

Ondanks deze kanttekening is de VNJA wel voor een tienpunteneis vanuit de orde om het niveau op peil te houden. De vereniging stelt deze eis zelf al aan haar leden. ‘We bieden vanuit de vereniging lezingen en dergelijke waarmee veertien punten op jaarbasis kunnen worden behaald. Het aanbod is dus het probleem niet.’

De VAAN is strenger voor haar leden, gespecialiseerd in het arbeidsrecht. Dingemans: ‘De praktijk van onze leden moet minimaal voor de helft bestaan uit arbeidsrecht. Heel veel meer specialisaties zijn dan ook niet mogelijk. Wij stellen de eis aan onze leden dat er minimaal zestien opleidingspunten op het terrein van het arbeidsrecht per jaar worden gehaald. Eerst lag dit op twaalf punten, maar dat hebben we vorig jaar verhoogd naar zestien. Ik vind de eis van tien punten vanuit de orde dan ook prima.’

Vaardigheden
De vereniging van Familierecht Advocaten Scheidingsmediators (vFAS) gaat nog verder. Dianne Kroezen, advocaat bij Fam. Advocaten in Amsterdam en voorzitter van de vFAS: ‘Wij hanteren als toelatingsvereiste dat je na vijf jaar advocatuur grotendeels op het familierecht je praktijk voert. Vervolgens vragen we jaarlijks tien juridische punten binnen het personen- en familierecht en twaalf punten op het gebied van mediationvaardigheden. Van de laatste categorie zijn zes intervisiepunten verplicht.’

Kroezen vindt dat de orde ook na moet denken over het verplicht stellen van extra vaardighedenpunten om zo nog meer waarborgen te bieden voor de kwaliteit. ‘Kijk naast de tien POpunten ook naar andersoortige punten, bijvoorbeeld intervisie. De vaardighedenpunten die wij als vFAS vragen, zijn gericht op mediation en zeer nuttig. Welke vaardigheden relevant zijn zal per rechtsgebied variëren en kan aan de hand van het specialisme nader worden bepaald.’

Het voorstel van de NOvA ligt baliebreed ter consultatie. Advocaten kunnen tot en met 30 mei reageren via [email protected].

De NOvA wil advocaten verplichten jaarlijks minimaal tien PO-punten per specialistisch rechtsgebied te behalen. Daarnaast wil de NOvA een vernieuwd rechtsgebiedenregister invoeren waardoor advocaten verplicht worden hun specialisaties te registreren. De NOvA heeft voor wat betreft de verplichte tien PO-punten per specialisme een selectie gemaakt van de rechtsgebieden waarop het minimumvereiste zou moeten gelden. Hierbij is ook gekeken naar de inschrijvingsvoorwaarden van de Raad voor Rechtsbijstand (RvR).

Bron: Consultatiedocument NOvA

* Voor advocaten die tevens zijn toegelaten tot asiel- en vreemdelingenrecht en voor continuering van deze specialisatie 4 punten hebben ingebracht, geldt dat zij voor de continuering van de inschrijving vreemdelingenrecht aanvullend kunnen volstaan met een opleiding van 2 punten.

Dit artikel verscheen in het meinummer van het Advocatenblad. De hele editie is hier te lezen. 

Advertentie