Het bestuur van de Nederlandse orde van advocaten – de algemene raad – krijgt nieuw bloed toegediend. Twee van de zes leden vertrekken, drie nieuwe leden arriveren. Een korte introductie van de nieuwkomers.
Door Kees Pijnappels
Bruggenbouwer
De 49-jarige Theda Boersema heeft een eigen praktijk in Maassluis, gespecialiseerd in familierecht, jeugdrecht en BOPZ-zaken. Ze zit naar eigen zeggen liever aan het stuur dan kritiek te leveren vanaf de zijlijn. Reden waarom ze toetreedt tot de AR. Plus natuurlijk het feit dat er geen vrouwen in de raad zaten, ‘dat is echt niet meer van deze tijd’. Maar ze wil in de eerste plaats iets betekenen voor de rechtzoekende. ‘Ik werk in mijn praktijk heel direct met mensen. Ik zie dagelijks hoezeer problemen mensen emotioneel uit balans kunnen brengen. Het maakt niet uit of het om heroïnehoertjes gaat, schizofrene zwervers of hoogopgeleide mensen. Iedereen kan op een gegeven moment in een situatie terechtkomen dat je er alleen niet uitkomt. Dan is het van belang dat je wordt begeleid door een professional die het hoofd koel houdt en die de weg weet in het juridisch doolhof.’
Boersema zegt verder te willen werken aan een beter beeld van de advocatuur. ‘Het stoort me dat er zoveel aannames zijn over advocaten. Terwijl de meesten juist ontzettend hun best doen om te voorkomen dat mensen bij de rechter terechtkomen.’
Het nieuwe AR-lid wil de afstand tussen de orde en de achterban verkleinen. ‘Ik proef vaak weerstand bij advocaten tegen de NOvA. Advocaten zijn eigenwijze mensen, wars van betutteling. Ik hoop een soort brug te kunnen slaan.’
Bewaker
De 57-jarige Johan Rijlaarsdam was door zijn praktijk litigation en arbitration bij Houthoff Buruma betrokken bij een flink aantal internationale zaken. Toch is een zaak uit zijn beginjaren als advocaat hem het meest bij gebleven. Het betrof een jonge ondernemer die een bedrijf had overgenomen met de nodige spreekwoordelijke lijken in de kast. De pechvogel dreigde financieel kopje-onder te gaan en daarvan nog jarenlang de gevolgen te moeten dragen. In hoger beroep lukte het Rijlaarsdam de koopovereenkomst te laten ontbinden en daarmee de jongeman nieuw perspectief te bieden.
De anekdote toont maar weer eens aan hoe groot het maatschappelijk belang van de advocatuur is, vindt Rijlaarsdam. ‘Een goede rechtspleging is essentieel voor de samenleving. Daar hoort een goed functionerende en onafhankelijke advocatuur bij. Dat is waar de NOvA voor staat en dat is ook de reden dat ik in de AR ga.’
Rijlaarsdam ziet met enige zorg dat de Nederlandse rechtsstaat stukje bij beetje in het gedrang komt. ‘Neem nou zo’n wetsvoorstel om DNA-materiaal uit ziekenhuizen te gebruiken voor de opsporing. Daar moet ik als advocaat niets van hebben omdat het de rechten van het individu kan aantasten.’
Het aanstaande AR-lid hoopt dat het nieuwe kabinet meer aandacht geeft aan rechtshulp en het individuele belang van de rechtzoekende. ‘We moeten in Nederland af van het idee dat de rechtsstaat er is voor juristen. Die is er voor ons allemaal.’
Bestuurder
Frans Knüppe (61) kreeg het vak met de paplepel ingegoten, als zoon van een Dordtse advocaat. Dat is inmiddels een tijdje geleden, volgend jaar viert hij bij zijn kantoor Dirkzwager in Arnhem zijn veertigjarig jubileum. Tijdens zijn carrière bleek hij steeds te worden aangetrokken door de bestuurlijke aspecten van de advocatuur. Hij zat in het college van afgevaardigden, was deken in Arnhem en maakte deel uit van een raad van discipline. Op dit moment zit Knüppe nog in het hof van discipline, maar daar stopt hij mee.
De overstap naar de AR van de NOvA ziet hij min of meer als een natuurlijke ontwikkeling. ‘Het is niet zo dat ik al jarenlang het plan had om dit te gaan doen, maar ik vind de NOvA een belangrijke organisatie waar ik graag mijn krachten aan leen. Een bestuurlijke functie inspireert me. Voor het AR-lidmaatschap geldt dat in het bijzonder. Het zal een hoop extra werk betekenen, maar met hulp van mijn kantoor maak ik daar graag de benodigde tijd voor vrij.’
Knüppe ziet in hoog tempo grote veranderingen op de advocatuur afkomen. ‘Ik vind het spannend wat er gaat gebeuren door de digitalisering. Ik verwacht dat delen van ons werk straks worden overgenomen door machines. Ik denk dat er meer gaat veranderen dan menigeen zich realiseert. Dat we in een stroomversnelling belanden.’
Dit artikel verscheen in het meinummer van het Advocatenblad. De hele editie is hier te lezen.