Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer heeft vanmiddag ingestemd met het opnemen van het recht op een eerlijk proces in de Grondwet. 

De Kamer ging in navolging van het kabinet akkoord met de aanbevelingen van de Staatscommissie Grondwet uit 2010. Naast het recht op een eerlijk proces komt ook de bepaling ‘De Grondwet waarborgt de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten’ vóór artikel 1 te staan.

Hoewel De Rechtspraak een voorstander is van het expliciet in de Grondwet opnemen van het recht op een eerlijk proces, heeft dat volgens voorzitter van de Raad voor de rechtspraak Frits Bakker pas waarde als Nederlandse rechters wetten mogen toetsen aan de Grondwet. Nederland is een van de weinige rechtsstaten ter wereld waarin rechters dat niet mogen. Zij kunnen nationale wetten nu enkel toetsen aan direct werkende bepalingen uit internationale verdragen.

Echter, ook als Nederlandse rechters wél zouden mogen toetsen aan de Grondwet, is de vraag in hoeverre dat juridisch relevant is. De beperkingsgronden in de grondwetsartikelen zijn namelijk zo ruim geformuleerd dat de rechter daar weinig houvast aan heeft, zegt Wouter Veraart, hoogleraar Encyclopedie der Rechtswetenschap & Rechtsfilosofie van de Vrije Universiteit Amsterdam. ‘Je zou de Grondwet dus niet alleen moeten voorzien van goede toetsingsmogelijkheden voor de rechter, maar helemaal moeten herzien.’ Het toevoegen van het recht op een eerlijk proces lijkt daarmee dus vooral een symbolische waarde te hebben, aldus Veraart. ‘En het is voor de wetgever zelf een reminder dat het recht op een eerlijk proces tot de kern behoort van onze rechtsstaat.’

Advertentie