Slachtoffers van ernstige misdrijven die daar blijvende gevolgen aan overhouden, krijgen met de huidige wetgeving hun financiële schade niet vergoed via het strafproces. Een onderzoek, uitgevoerd door Fonds Slachtofferhulp en letselschadeadvocaat Arlette Schijns van het Amsterdamse Beer Advocaten en tevens verbonden aan Vrije Universiteit van Amsterdam, moet daar verandering in brengen.
Uit het onderzoek volgt dat slachtoffers en nabestaanden hun schade vergoed zouden kunnen krijgen via de aansprakelijkheidsverzekering van de dader. Daarvoor is er een wetswijziging nodig, waarmee de verzekeraar zich richting het slachtoffer niet kan beroepen op een opzetclausule in de polis. ‘Ik heb gezien dat dit systeem in Scandinavische landen al bestaat en heel goed werkt,’ aldus Schijns. ‘Uiteraard is dit niet vandaag of morgen geregeld, maar met deze oplossing is de kans heel groot dat het voor een zeer kwetsbare slachtoffergroep een stuk beter gaat worden in de toekomst.’
De vordering voor schadevergoeding wordt door strafrechters volgens het huidige systeem als te complex gezien en als een onevenredige belasting van de strafzaak. Hierdoor moeten slachtoffers een civiele procedure starten die vaak weinig perspectief biedt en erg belastend kan zijn.
Nederland kent al wel een constructie zoals door Schijns voorgesteld voor slachtoffers van verkeersmisdrijven in de Wet Aansprakelijkheid Motorrijtuigen (WAM).