De corporate advocatuur in Groot-Brittannië is niet zozeer een professie als wel een gewone commerciële dienstverlening, stelt de Brit Richard Moorhead, hoogleraar ethiek en recht in Londen. Grote kantoren moeten ethisch leiderschap tonen, vindt hij. Moorhead spreekt over twee weken in Amsterdam op het symposium ‘Legal Ethics and Corporate Lawyers: Friends of Foes?’.
Moorhead claimt dat de corporate advocatuur in Engeland wordt gekenmerkt door ‘ethisch minimalisme’. Het leidende principe dat de corporate advocaat drijft is klantgerichtheid, zolang dat niet tot strafbare feiten leidt. Onduidelijkheden en vaagheden in het recht worden bewust geëxploiteerd ten behoeve van het belang van de cliënt. Ook wordt de verantwoordelijkheid voor het eventuele schaden van de belangen van derden of van het publieke belang afgeschoven op de onderneming die uiteindelijk de beslissing moet nemen.
Door dat ethisch minimalisme heeft de corporate advocatuur meer weg van commerciële dienstverlening dan van een professie, stelt hij. Om het tij te keren roept hij op tot meer ethisch leiderschap binnen de grote kantoren. Ook pleit hij voor meer aandacht voor de corporate adviespraktijk in de gedragsregels en voor meer nadruk op de rol van corporate advocaten bij good corporate governance.
De beroepsethiek van de commerciële adviespraktijk staat centraal op het tweedaags symposium, dat wordt georganiseerd door de UvA en de VU, in samenwerking met advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westboek en de Nederlandse Orde van Advocaten.
Het symposium kent sprekers uit binnen- en buitenland, uit de wetenschap en de advocatuur. Behalve Moorhead spreken onder meer Sung Hui Kim (hoogleraar recht in Los Angeles), Jan Loorbach (commissie Gedragsregels 2017) en landelijk deken Bart van Tongeren.