Een zaak waarin zo’n beetje alle gedragsrechtelijke aspecten van het declareren de revue passeren.
Als je eenmaal onder de loep ligt bij de deken… Een cliënt had over mr. X geklaagd omdat hij geen dagvaarding wilde uitbrengen. Die klacht was hartstikke ongegrond, maar de deken had ook maar eens geïnformeerd naar de declaratie. En dat leidde tot een dekenbezwaar.
Mr. X had de cliënt een voorschot van € 15.000 in rekening gebracht, in verband met een tegen de gemeente te voeren kort geding. Het griffierecht zou zo’n € 5.000 bedragen. Maar het stuk waarop de vordering zou moeten worden gebaseerd kwam niet boven tafel, dus de procedure ging niet door. Einddeclaratie van mr. X: ruim € 16.000. De deken keek in het dossier, en dat stelde niet zoveel voor. Hij kwam met de suggestie dat mr. X € 11.000 terug zou betalen, maar dat vond mr. X geen goed idee. Het werd een dekenklacht omdat mr. X:
a) een voorschotdeclaratie heeft gestuurd zonder een deugdelijke tussentijdse afrekening en zonder van dit bedrag ooit griffierecht te hebben voldaan;
b) zijn cliënt een opdrachtbevestiging heeft gestuurd die niet voldoet aan de daaraan
gestelde eisen;
c) zijn cliënt niet heeft gewezen op de mogelijkheid van gefinancierde rechtsbijstand;
d) zijn cliënt geen inzicht heeft gegeven in de wijze en frequentie waarop gedeclareerd
werd. Ook heeft hij nagelaten een einddeclaratie op te stellen en een deugdelijke
urenspecificatie te verstrekken;
e) heeft nagelaten zorgvuldig en nauwgezet met het declareren om te gaan;
f) heeft nagelaten bij het neerleggen van de werkzaamheden een redelijk salaris aan
zijn cliënt in rekening te brengen.
Een mooi afvinklijstje voor wie het graag goed wil doen.
De tuchtrechter overweegt, in combinatie met een andere, vergelijkbare zaak waarin mr. X vier weken voorwaardelijk krijgt, dat mr. X structureel op onjuiste wijze praktijk voert.
Onder de streep rest voor hem in de onderhavige zaak een schorsing van vier weken én een boete van liefst € 10.000 om hem het genoten voordeel te ontnemen. Kon de cliënt die boete maar ontvangen. Maar helaas, boetes gaan naar de Staat.
Voorlopig kan mr. X nog in appel.
Trudeke Sillevis Smitt