De zoon van mr. X had grote bonje met zijn ex-vriendin over de afwikkeling van hun relatie. Mocht mr. X optreden voor zijn zoon?
‘Na meer dan een jaar heb je nog geen cent overgemaakt. Als ik voor het einde van januari 2016 het bovenstaande bedrag niet ontvangen heb zet ik de spullen aan de straat om met het vuil mee te gaan. Neem geen contact meer op. Hetzelfde geldt voor je ouders.’ Toen de zoon van mr. X dat bericht van zijn ex-vriendin kreeg, leek de tijd gekomen er maar eens een beslag tegenaan te gooien. Mr. X dacht even na of hij dat wel zelf voor zijn zoon kon doen. Hij wilde liever niet een kantoorgenoot met een toevoegingszaak opzadelen – en waarom zou dat ook eigenlijk nodig zijn? Het ging om een zakelijk geschil en van financiële belangenverstrengeling was geen sprake. Als later in het proces de belangenbehartiging in de knel zou komen door de persoonlijke relatie met zijn zoon, kon hij er altijd nog tussenuit stappen. Hij regelde zekerheidshalve achtervang voor het geval het tot een zitting zou komen.
Tot een zitting komt het niet, maar wel tot een klacht. De ex-vriendin, die jarenlang tot de familie had behoord, verwijt mr. X onder andere dat hij een wrok jegens haar koesterde en bewust gebruik had gemaakt van privé-kennis om de beslagrechter leugens te verkopen. Ze vindt dat mr. X nooit tegen haar had mogen optreden.
Met dat laatste is de tuchtrechter het eens. Anders dan mr. X had aangevoerd, ging het er niet alleen om of hij een specifiek regeltje had overtreden. De tuchtrechter kan toetsen aan de kernwaarden in artikel 10a Advocatenwet, waaronder onafhankelijkheid en integriteit. Daarbij gaat het niet alleen om de verwachtingen die de cliënt mag hebben, maar ook om die van bijvoorbeeld de wederpartij of de rechter. Die mensen zien mr. X niet alleen als advocaat, maar ook als de vader van zijn zoon. Mr. X was in de procedure heel persoonlijke dingen te weten gekomen over zijn zoon; dat had de relatie met zijn zoon op scherp kunnen zetten en ook bij diens ex de indruk kunnen wekken dat hij niet volledig onafhankelijk was. Ook al dacht mr. X dat hij zijn rollen wel kon scheiden, hij had met al die zaken rekening moeten houden. Dat hij de zaak later altijd nog had kunnen neerleggen vindt de tuchtrechter ook geen argument. Zo’n beslissing zou gekleurd worden door de bestendige familierelatie.
Mr. X krijgt een waarschuwing omdat hij niet voor zijn zoon had mogen optreden. De andere klachten waren niet gegrond. Maar ze maken wel duidelijk wat er in het hoofd van een ex-‘schoondochter’ gebeurt als je als advocaat optreedt voor je eigenste zoon.
Inmiddels is beroep ingesteld.
Door Trudeke Sillevis Smitt