De commissie Herijking Gedragsregels (Loorbach) stelt voor om de bestaande 39 gedragsregels te vervangen door een nieuwe set van 27 regels. Opvallende veranderingen betreffen onder meer de confraternele correspondentie en het provisieverbod. Maar het aantal redactionele wijzigingen is legio, blijkt uit het advies van de commissie aan de algemene raad van de NOvA.
Zo hanteert de achtkoppige commissie, met oud-deken Jan Loorbach als voorzitter, een andere indeling dan voorheen. Alle regels worden ondergebracht in vier paragrafen. De eerste gaat over de maatschappelijke rol van de advocaat, de tweede over de verhouding tot de cliënt, de derde over de relatie tot ‘deelnemers in het rechtsbedrijf’ en de vierde over de verhouding tot de eigen beroepsgroep. Het idee daarachter is dat de gedragsregels daarmee logischer en toegankelijker worden gegroepeerd. Bovendien wordt ‘besmetting’ voorkomen, bijvoorbeeld dat een derde partij zich beroept op een gedragsregel die gaat over de onderlinge verhouding tussen advocaten. De nieuwe gedragsregels dienen ter vervanging van de huidige, die dateren uit 1992.
Gedragsregel 1 ondergaat een fikse verbouwing. De huidige openingsregel bestaat uit één zin: De advocaat dient zich zodanig te gedragen dat het vertrouwen in de advocatuur of in zijn eigen beroepsuitoefening niet wordt geschaad. De nieuwe regel 1 krijgt er drie volzinnen die het maatschappelijk belang van een goede, betrouwbare en fatsoenlijke advocatuur onderstrepen. Enkele steekwoorden: betamelijke beroepsuitoefening, goede rechtsbedeling, kernwaarden. Volgens de commissie moet een advocaat zich niet alleen behoorlijk gedragen ten opzichte van zijn cliënt, maar bijdragen aan de kwaliteit en integriteit van de gehele beroepsgroep.
Provisieverbod
Gedragsregel 2 leidt tot een soepeler opstelling ten aanzien van het provisieverbod. Tot dusver is het betalen van provisie (bijvoorbeeld aan bemiddelingssites) niet toegestaan. Als het aan de commissie ligt, worden uitzonderingen mogelijk. Provisie mag, financiële afhankelijkheid niet, luidt het adagium. Het hangt van de concrete situatie of bemiddeling door een intermediair een aantasting vormt van de onafhankelijkheid, schrijft de commissie in haar toelichting. ‘De cliënt kan bovendien ook gebaat zijn bij een goede vindbaarheid van de juiste advocaat voor zijn zaak.’
De nieuwe regel 10 (de huidige regels 4 en 38) maakt expliciet dat een advocaat niet alleen een juridisch hulpverlener is, maar ook gewoon een zakelijk dienstverlener die een overeenkomst van opdracht aangaat met zijn cliënt. Dat brengt met zich mee dat het werk van een advocaat moet voldoen aan de professionele standaard die binnen de beroepsgroep telt. In de ogen van de commissie sluiten de gedragsregels daarmee aan bij de huidige tuchtrechtspraak.
Confraternele communicatie
Gedragsregel 20 biedt straks de ruimte om contact te leggen met getuigen die door de wederpartij zijn aangezegd. In de huidige gedragsregels is dat nog verboden. Volgens de commissie moet er ‘equality of arms’ gelden, zodat beide partijen met evenveel informatie voor de rechter verschijnen. Wel moet een advocaat ‘behoedzaam en terughoudend’ zijn in contacten met getuigen. Beïnvloeding blijft een (wettelijke) doodzonde.
De nieuwe regel 24 (momenteel 12) gaat over de confraternele communicatie. Die mag deel uitmaken van de processtukken. Volgens de commissie zit de hele beroepsgroep om die vrijheid te springen. Mededelingen tussen advocaten onderling zijn straks in beginsel niet langer vertrouwelijk. Wil een advocaat alsnog vertrouwelijk communiceren, dan dient hij dat vooraf kenbaar te maken.
De commissie Loorbach heeft de nieuwe gedragsregels als advies overhandigd aan de algemene raad van de NOvA. Die start volgende week een baliebrede consultatie. De algemene raad wil aan de hand van het advies en de reacties in december de nieuwe gedragsregels vaststellen.