Niet alleen grote mensen, maar ook kinderen worden steeds mondiger. Lastige vraag voor advocaten: moet je toestemming hebben van beide ouders hebben om met hun kind te mogen praten? Het hof van discipline geeft criteria.
Mr. X trad op voor een gescheiden vrouw, die nog over van alles procedeerde met haar ex. De kinderen woonden bij de vader, en de moeder zou dat graag anders zien. Maar nadat de Kinderbescherming een rapport had uitgebracht trok de moeder een verzoek tot wijziging van de hoofdverblijfplaats van de kinderen weer in.
De oudste dochter, veertien jaar, zocht vervolgens contact met mr. X: ze had een moeizame relatie met haar vader en wilde liever bij haar moeder wonen. Mr. X sprak met de dochter (wat er precies aan de orde kwam weten we niet) en verwees haar door naar de kinder- en jongerenrechtswinkel.
De vader was boos – mr. X had niet zonder zijn toestemming met het meisje mogen praten, terwijl dat wijzigingsverzoek van de moeder al van tafel was. Mr. X had zijn dochter meteen moeten doorverwijzen naar een andere advocaat en/of naar de kinder- en jongerenrechtswinkel.
De raad van discipline in Den Haag was het met de vader eens: ook al had het meisje zelf om een gesprek gevraagd, toestemming van beide ouders was onontbeerlijk. Het hof van discipline oordeelt anders. De hoogste tuchtrechter zet wat eerdere jurisprudentie over dit onderwerp op een rijtje en komt dan met een richtlijn.
Het hof toetst rechtstreeks aan artikel 46 Advocatenwet: heeft de advocaat gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt? Dat hangt af van alle omstandigheden, dus niet (alleen) van de verblijfsplaats van het kind, wie het gezag uitoefent en of er toestemming is van (een van) de ouders. De advocaat moet heel terughoudend zijn – een echtscheiding is vaak precair, en het kind mag geen speelbal worden. De advocaat moet in beginsel geen contact zoeken op eigen initiatief of dat van de cliënt, en hij moet al helemaal niet ingaan op een verzoek van een kind dat daartoe door de cliënt is aangezet.
Komt het eenmaal tot een gesprek, dan moet de advocaat het kind begeleiden naar anderen die hulp kunnen bieden, en zo terughoudend mogelijk adviseren. Hij moet zoveel mogelijk vermijden een standpunt in te nemen over wat er tussen de ouders speelt.
In dit geval was het kind uit eigen beweging was gekomen. Ze was al veertien, en ze was kennelijk voldoende in staat tot een redelijke waardering van haar belangen – naarmate een kind ouder wordt neemt het ouderlijk gezag af en de eigen verantwoordelijkheid toe. Het meisje zocht (rechts)hulp voor een prangend probleem. Ze had een moeizame relatie met haar vader en het vragen van toestemming lag daarom niet in de rede.
Het aangaan van het contact kon in dit geval door de beugel, en ook de manier waarop mr. X zich daarin had gedragen.