Hoe ver mag je gaan om het de wederpartij moeilijk te maken? Een advocaat die de wederpartij met grievende opmerkingen, dreigementen en ongerechtvaardigde procedures de stuipen op het lijf joeg, krijgt er van het Hof van Discipline van langs. Extra tip: als je moeilijke woorden gebruikt, moet je wel weten wat ze betekenen.
Mr. X trad op voor een gerechtsdeurwaarder die het er ernstig mee oneens was dat hij in 2010 na een klacht van de toezichthouder uit het ambt was gezet – een beslissing die in 2011 door het Gerechtshof in Amsterdam werd bekrachtigd.
Mr. X richtte zijn pijlen niet op het bestuursorgaan, maar op de directeur en twee toezichthouders (alledrie accountant) die namens dat orgaan hadden opgetreden. Zeven klachten bij de Accountantskamer, een schadeclaim van 4,5 miljoen wegens ‘malicieus en onzorgvuldig’ handelen, een aangifte en een civiele procedure – het liep allemaal op niets uit.
Vermoedelijk ging mr. X zo hard achter de accountants aan omdat voor hen andere aansprakelijkheidsregels golden dan voor de toezichthouder, en er misschien bij hen ook meer te halen zou zijn. De klachtprocedures bij de Accountantskamer leverden volgens hem bewijsmateriaal op dat hij in de civiele zaak kon gebruiken.
De Haagse raad van discipline hield de boot een beetje af – over een aantal procedures was nog niet in hoogste instantie beslist, dus was het te vroeg om ze kansloos en nutteloos te noemen. Dat aanspreken in privé en het dreigen met aangifte kon door de beugel, en ‘malicieus’ was niet onnodig grievend. De raad verklaarde alle klachten ongegrond.
Maar dan de uitspraak in hoger beroep. Alle procedures waren intussen op niets uitgelopen, en het Hof oordeelt keihard. Ze waren wel degelijk kansloos en/of nutteloos. Telkens had mr. X dezelfde of verwante thema’s bij het verkeerde adres aan de orde gesteld. Dat mr. X een jaar had gedreigd met aangifte voordat hij daartoe uiteindelijk overging, illustreerde dat hij de wederpartij wilde intimideren. Waarom had mr. X niet (ook) het toezichthoudende orgaan aangesproken? ‘Malicieus’ betekent kwaadaardig, vals of verraderlijk, en niet ‘moedwillig’, zoals mr. X beweerde. ‘Als mr. X deze betekenis niet kende had hij het woord niet moeten gebruiken,’ aldus het Hof.
Een advocaat heeft veel vrijheid bij het bepalen van zijn strategie, maar onnodig en onevenredig schaden zonder redelijk doel: dat mag niet.
In plaats van ongegrondverklaring werd het drie maanden schorsing. Mr. X heeft er vooralsnog geen last van, want hij kreeg al een 60ab-schorsing en liet zich uitschrijven. Voorlopig moet hij alleen het griffierecht betalen, en de proceskosten. Schade: € 1050.
Door Trudeke Sillevis Smitt