Een groep juristen, journalisten, techbedrijven en privacyorganisaties heeft aangegeven naar de rechter te stappen om de nieuwe ‘aftapwet’ te blokkeren, zo meldt De Volkskrant. De Eerste Kamer ging dinsdag akkoord met het wetsvoorstel van minister Plasterk dat de oude inlichtingenwet uit 2002 moet vervangen.
In de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, die per 1 januari 2018 moet ingaan, staat dat relevante afgetapte gegevens drie jaar mogen worden bewaard. De wet staat de diensten ook toe om computers of telefoons te hacken. Niet alleen van verdachten, maar ook van hun directe omgeving.
Een schending van de mensenrechten, aldus mensenrechtenadvocaat Jelle Klaas van PILP (Public Interest Litigation Project), een project van het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten. ‘De senaat heeft gefaald om onze mensenrechten te garanderen, dus het is nu aan de rechter. Privacy is ook een mensenrecht.’
Gemengde geluiden ‘Aftapwet’
Partijen VVD, CDA, SGP, PVV, 50 PLUS en PvdA stemden dinsdagavond voor de nieuwe ‘aftapwet’. SP, D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren vreesden daarentegen voor een te grote inbreuk op de privacy van burgers en te beperkt toezicht op de inlichtingendiensten.
Ook de Raad van State gaf al eerder aan de nieuwe wet niet te zien zitten door het gebrek aan toezicht. Ook twijfelt het adviesorgaan of de regeling in het wetsvoorstel op alle punten voldoet aan de proportionaliteitseis van het EVRM met betrekking tot de (te lange) bewaartermijn van drie jaar. De Raad van State adviseerde in oktober 2016 om de wet op die punten aan te passen, maar het kabinet legde dat naast zich neer.