De raad van discipline Arnhem-Leeuwarden heeft een advocaat van het tableau geschrapt omdat hij er naast zijn kantoor, zonder ontheffing, meerdere vennootschappen op na hield. Tussen het kantoor en de bv’s, gespecialiseerd in letselschade, bestond een nauwe samenwerking, waarbij onder meer het provisieverbod werd overtreden.
De geschrapte advocaat verleende rechtsbijstand aan letselschadeslachtoffers. Daarnaast bezaten hij en zijn dochter enkele vennootschappen, eveneens actief op het gebied van letselschade. De bedrijven en het advocatenkantoor huisden in hetzelfde pand. Een van de vennootschappen verwierf klanten op basis van no cure no pay, een ander handelde de zaken inhoudelijk af. De vennootschappen speelden elkaar dossiers toe en huurden het kantoor van de advocaat in.
Volgens de deken van Noord-Nederland handelde de advocaat in strijd met de kernwaarden van de advocatuur. De verhouding tussen hem en zijn cliënten was volstrekt onduidelijk, er waren geen duidelijke afspraken, aldus de deken. ‘Verweerder werft zaken door middel van de door hem opgezette constructie, waaraan hij ook feitelijk leiding geeft en voert deze uit op een wijze die is te kwalificeren als een handelen dat een behoorlijk advocaat niet betaamt.’
De raad verklaart de klacht van de deken grotendeels gegrond en stelt vast dat het provisieverbod is overtreden. De raad zegt het hem zwaar aan te rekenen dat hij de voor advocaten geldende regelgeving overtreedt en bovendien heeft aangegeven niet van plan te zijn leven te beteren. ‘Onder die omstandigheden kan de raad niet anders dan verweerder de maatregel van schrapping opleggen.’
De betreffende advocaat heeft beroep ingesteld.