Minister Blok van Veiligheid en Justitie bereidt wetgeving voor om de maximale strafmaat van een aantal ernstige verkeersdelicten te verhogen. Dat schrijft hij donderdag aan de Tweede Kamer. Het gaat om rijden onder invloed, doorrijden na een ongeval, rijden zonder (geldig) rijbewijs en gevaarlijk rijgedrag zonder ernstige gevolgen.

Met het wetsvoorstel zou het begrip ‘roekeloosheid’ in de Wegenverkeerswet 1994 een andere invulling krijgen. Hierdoor kunnen meer gevallen van roekeloos rijgedrag tot een veroordeling leiden. Ook wil Blok de politie meer opsporingsbevoegdheden geven als bestuurders zijn doorgereden na een ernstig ongeluk met letsel of erger tot gevolg.

Met het op handen zijnde wetsvoorstel komt Blok tegemoet aan de maatschappelijke roep om zwaardere straffen voor ernstige verkeersdelicten.

Onderzoek straftoemeting verkeersdelicten

De minister baseert zijn plannen op een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen naar de straftoemeting bij ernstige verkeersdelicten. Deze bestond uit een analyse van 314 uitspraken die de afgelopen jaren zijn gedaan in ernstige verkeerszaken, inclusief interviews met twintig experts van het Openbaar Ministerie, de rechtspraak, advocatuur en wetenschap.

In het onderzoek werd gekeken naar verschillen in de strafeis en de strafoplegging en eventuele verschillen tussen de straftoemeting bij verkeersdelicten en andere vergelijkbare delicten. Ook werd aan de experts gevraagd of zij de huidige strafmaat als adequaat beoordeelden. Ten slotte werd nagegaan of er knelpunten van juridische of praktische aard zijn bij de afdoening van ernstige verkeersdelicten.

De Rijksuniversiteit nam tevens de resultaten uit het onderzoek van INTERVICT (Tilburg University) mee in de conclusies. INTERVICT constateerde daarin eerder dit jaar dat de huidige strafmaat bij verkeersmisdrijven onvoldoende recht doet aan het leed en de behoeften van slachtoffers en nabestaanden.

Advertentie