De Haagse Raad van Discipline heeft maandag een advocaat van het tableau geschrapt die namens de ABN AMRO een verzoekschrift bij de rechtbank Rotterdam indiende, terwijl de bank haar cliënt niet was.

In de erfrechtelijke kwestie stuurde de advocaat een verzoekschrift naar de Rotterdamse rechtbank om zichzelf tot vereffenaar in de nalatenschap te benoemen. Daarop dienden zowel de deken als de bank een klacht in. ‘Het zich voordoen als een (proces)advocaat van de bank zonder dat daartoe een opdracht is verstrekt, is voor de bank onacceptabel,’ aldus ABN AMRO.

Uiteindelijk ziet de advocaat in dat ze haar verzoekschrift moet intrekken. Als verweer geeft ze ter zitting aan: ‘Het leek mij praktischerwijs het beste dat ik mij namens ABN AMRO Rotterdam zou laten benoemen als vereffenaar zodat ik [mevrouw V.] dan niet zou hoeven belasten vanwege haar gezondheid.’

Daar slaat ze de plank mis, aldus de raad. ‘Het is verwijtbaar dat de verweerster heeft nagelaten om de in haar ogen bestaande opdracht schriftelijk te bevestigen en om het door haar ingediende verzoekschrift in concept ter goedkeuring aan de bank voor te leggen.’ Ook gaf de advocaat aan een kopie van het verzoekschrift zonder begeleidend schrijven in de brievenbus van de ABN AMRO-vestiging te hebben gedaan. ‘Ook hier kan het handelen van verweerster de tuchtrechtelijke toets niet doorstaan.’

De gedragingen van verweerster raken volgens de raad de kernwaarden van de advocatuur. ‘Haar gedragingen hebben het vertrouwen in haar eigen beroepsuitoefening en in de advocatuur in zijn algemeenheid geschaad.’ Een schrapping van het tableau is daarom volgens de raad een gepaste maatregel. Daarbij speelt mee dat de advocaat in de afgelopen vier jaar al tweemaal is geschorst. ‘Verweerster heeft niet geleerd van eerder gemaakte fouten en opgelegde maatregelen.’

Advertentie