De Raad voor de rechtspraak vindt dat de balans in de eerste twee boeken van het nieuwe Wetboek van Strafvordering ‘te veel uitslaat richting detailregelingen’ en dat onnodig wordt afgeweken van bestaande juridische kaders. Dat blijkt uit het wetgevingsadvies van de raad.
‘In de wet moet een goede balans worden gevonden tussen enerzijds een heldere regeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden en anderzijds voldoende ruimte voor de spelers in het strafproces,’ zo staat in het advies. Ook hamert de raad op het waarborgen van de rechtsbescherming voor burgers.
Zo vreest de raad dat de rechter bij een te gedetailleerde wetgeving te weinig ruimte heeft om in een concrete zaak passende beslissingen te kunnen nemen. Ter illustratie van onnodige nieuwe regelgeving noemt de raad de voorlopige hechtenis. De voorgestelde wijzigingen zouden het systeem juist ingewikkelder maken. Het huidige systeem biedt één criterium met daarop een aantal uitzonderingen. De nieuwe regeling biedt zes criteria. ‘Dit betekent dat telkens onder meer moet worden nagegaan welk criterium van toepassing is en welk strafmaximum daarvoor geldt.’
Meer duidelijkheid en efficiëntie
Toch is er niet alleen kritiek. Zo heeft het nieuwe wetboek als uitgangspunt dat in het vooronderzoek al zoveel mogelijk moet worden afgerond vóór de inhoudelijke behandeling in de rechtszaal, zoals het horen van getuigen. Dat moet de snelheid, efficiëntie en kwaliteit van strafzaken ten goede komen. Verder worden in het nieuwe wetboek duidelijke doelstellingen en rechtsbeginselen opgenomen (onder meer over de rechten van burgers), terwijl een dergelijke samenhang in het huidige gedateerde wetboek ontbreekt. Ook het feit dat organisaties binnen de strafrechtspleging volop worden betrokken bij de totstandkoming van het nieuwe wetboek ervaart de raad als positief.
Klaar in 2018?
De boeken 1 en 2 hebben betrekking op strafvordering in het algemeen en het opsporingsonderzoek. Het nieuwe Wetboek van Strafvordering krijgt acht boeken, die in vier wetgevingsrondes worden behandeld. Het gehele proces, dat startte in 2014, moet in 2018 klaar zijn. Of dat lukt, is nog de vraag. De raad adviseert tot langere adviestermijnen. Eerder waren er ook al zorgen dat de planning te ambitieus is.
De Nederlandse orde van advocaten gaf recent ook advies over de boeken 1 en 2 van het Wetboek van Strafvordering.