Omdat ze geen vertrouwen meer hebben in het toezicht door de deken, hebben de Twentse advocaten Stefan Kukolja en Mark Wullink uit Hengelo zich vrijdag uitgeschreven uit de balie.
Ze zeggen het besluit te hebben genomen omdat de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Zwolle donderdag oordeelde dat de deken geen misbruik maakt van zijn bevoegdheid als hij de correspondentie tussen advocaat en cliënt opvraagt. De beide advocaten spreken van een laatste stap in een reeks van procedures.
Gaat het alleen om dit dossier, of had u al eerder twijfels?
Stefan Kukolja: ‘Alles draait om deze zaak. Vanuit het toezicht gaat het ook maar om één dossier, waarin we de processtrategie zouden moeten prijsgeven aan de deken. Na zoveel eenzijdig contact tussen deken en burgemeester is het niet meer geloofwaardig dat de deken nu geen informatie meer zou delen met de tegenpartij. De advocatuur is niet meer onafhankelijk.’
U bent 10 en 15 jaar advocaat, u zult toch ook heel andere ervaringen hebben opgedaan?
Mark Wullink: ‘Maar in deze zaak voelen we ons in de steek gelaten door de hogere organen in de beroepsgroep. We hebben bij verschillende instanties aangeklopt en om bemiddeling en mediation verzocht. Iedereen verwijst naar elkaar. Het is goed dat er geen staatstoezicht op de advocatuur is, maar dit is een te grote afstandelijkheid.’
Geen advocaat meer, dus minder klanten?
Wullink: ‘Nou, we krijgen nu al positieve reacties van cliënten: “Julie gáán voor jullie cliënten, houden de kernwaarden van het beroep in ere”. We kunnen alleen de grotere handelszaken bij de rechtbank niet meer doen.’
Kukolja: ‘En vanuit de geest van de advocatuur zullen we desnoods tot het EHRM blijven strijden tegen afgifte van de correspondentie.’
Overijssels deken Carl Luttikhuis wil bevestigen noch ontkennen dat het inderdaad om correspondentie in één zaak ging. ‘Dat is wat de twee advocaten zeggen, daar kan ik niks over zeggen. Maar het toezicht kan worden getoetst door de rechter. Als je dan zegt dat die geen bescherming biedt, doet niemand het meer goed, in hun ogen. Ik wil wel kwijt dat ik op geen enkel moment loopjongen van de gemeente ben geweest. En op grond van mijn geheimhoudingsplicht zou ik niets delen van wat aan mij in een onderzoek ter beschikking wordt gesteld.’
Het is wel uniek, dat advocaten zich om principiële redenen uitschrijven.
Luttikhuis: ‘Ja, maar je kunt later altijd nog weer laten herbeëdigen.’
Door Linus Hesselink