De Verenigde Arabische Emiraten zijn een strategische partner van de Verenigde Staten in het Midden-Oosten en doen zaken met alle belangrijke westerse wapenproducenten. Handhaving van mensenrechten lijkt daaraan ondergeschikt.
Door Tatiana Scheltema
Op 3 maart 2011 ontving Zijne Hoogheid Sjeik Khalifa bin Zayed Al Nahyan, president van de Verenigde Arabische Emiraten, een brief van 133 hervormingsgezinde burgers van het puissant rijke Golfstaatje. 430 woorden (in de Google-vertaling) zijn gewijd aan de uitmuntende kwaliteiten van de potentaat en diens collega’s, de hartenkreet van de schrijvers is in de resterende 42 woorden gevat.
Op grond van ‘ons diepe geloof in de compassie van Uwe Hoogheid met het land en zijn kinderen, die uw kinderen zijn’ vragen ze hem een besluit uit 2006 terug te draaien en de leden van de Federale Nationale Raad (het ‘parlement’) te laten verkiezen door het volk ‘zoals in democratische landen over de hele wereld gebeurt’. Ook vragen ze om een werkelijk onafhankelijke rechterlijke macht. De brief is ondertekend met ‘Uw toegewijde kinderen’.
In de maanden en jaren erna werden alle ondertekenaars van de brief – onder wie advocaten, rechters, journalisten, onderwijzers en studenten maar ook de neef van één van de andere emirs van de VAE – opgepakt, afgevoerd naar geheime locaties en gemarteld.
Eén van hen was Mohammed Al-Roken, een alom gerespecteerde academicus en mensenrechtenadvocaat, tot zijn arrestatie een betrouwbare bron voor media buiten de VAE en ngo’s als Amnesty International. Ook Al-Rokens zoon en schoonzoon werden gearresteerd. Zijn vriend en pupil Mohamed Saqr, openbaar aanklager en opsteller van de brief, wist te ontkomen en kreeg politiek asiel in Londen.
‘In de brief stond niets dat niet al in de wet stond,’ zegt Saqr. ‘We hoopten veranderingen teweeg te brengen met behulp van de wet. En we hadden helemaal niet verwacht dat ze ook achter onze familie – onze vrouwen en kinderen – zouden aangaan.’ Dat gebeurde wel: paspoorten werden afgenomen, kinderen niet meer toegelaten tot de universiteit, vergunningen voor bedrijven van familieleden ingetrokken.
Ruim een jaar later werd een aanklacht geformuleerd tegen 94 ondertekenaars van de brief. Ze werden beschuldigd van het lidmaatschap van Al Islah (‘hervorming’), een aan de moslimbroederschap verwante, Leger des Heils-achtige organisatie en zouden een complot hebben gesmeed om de regering omver te werpen. In een bizarre verklaring zei de aanklager dat de doelen van de geheime organisatie weliswaar op schrift stonden, maar dat de documenten waren vernietigd. Het proces vond plaats achter gesloten deuren en een waarnemingsmissie van de International Commission of Jurists werd geweigerd. Op 2 juli 2013 werden 69 mensen veroordeeld tot celstraffen van zeven tot vijftienÂjaar. Saqr: ‘Ze gebruikten de wet om zichzelf te beschermen.’
In zijn mensenrechtenrapportage over 2013 wijdde het Amerikaanse State Department één alinea aan het ‘VAE94-proces’. In datzelfde jaar kochten de VAE voor een slordige vijf miljard dollar wapens in de VS, die de VAE, naast Saoedi-Arabië, beschouwen als hun ‘meest betrouwbare partner in de strijd tegen IS’. Volgens de Washington Post voerden de VAE in 2014 méér luchtaanvallen uit in Irak dan enig andere partner.
Mohammed Al-Roken werd tot tien jaar gevangenisstraf veroordeeld. Hij verblijft regelmatig in de isoleercel en mag zelden bezoek ontvangen, zelfs niet van naaste familie. Sinds zijn veroordeling sturen mensenrechtenorganisaties elk jaar een open brief naar het Witte Huis met de vraag druk uit te oefenen om Al-Roken en andere politieke gevangenen vrij te laten.
‘Daar krijgen we geen enkele reactie op,’ aldus Khalid Ibrahim van de Gulf Centre for Human Rights. ‘Ze stellen profit over people. En dat gaat niet alleen over de wapendeals of de olie. De software waarmee de regimes uitingen van mensen op social media monitoren, wordt óók door westerse bedrijven geleverd. Mensenrechtenactivisten betalen daarvoor een zware prijs.’
Dit artikel verscheen ook in het Advocatenblad van september 2017.