Mr. X wilde uitstel van behandeling van een faillissementsrekest, en kruiste bij gebreke van het correcte antwoord op het voorgedrukte formulier een fout antwoord aan.

Mr. X probeerde een halve ton voor zijn cliënt te incasseren. Toen betaling uitbleef, diende hij een faillissementsverzoek in. De dag voor de behandeling van dat verzoek stuurde hij de rechtbank een aanhoudingsverzoek. Daarin vermeldde hij dat partijen in onderhandeling waren, dat de advocaat van de wederpartij op de hoogte was van het aanhoudingsverzoek, dat die niet op de zitting zou verschijnen en dat het verzoek mede namens de wederpartij werd gedaan.

Mr. Y, de advocaat van de wederpartij, klaagt: die beweringen waren allemaal onjuist, en mr. X had hem pas vier uur na indiening van het aanhoudingsverzoek op de hoogte gesteld.

Het verweer van mr. X: hij dacht dat hij de wederpartij een plezier zou doen met uitstel, en hij had nu eenmaal een van de redenen op het voorgedrukte formulier moeten kiezen. Hij had nog geprobeerd mr. Y van tevoren te bereiken, maar dat was niet gelukt. Die vier uur zat hem erin dat de secretaresse ‘dictaten op volgorde uitwerkt en de brief simpelweg niet eerder heeft verzonden.’

De tuchtrechter in ‘s-Hertogenbosch heeft er geen begrip voor. Mr. X had bij het indienen van het formulier toch een briefje aan de rechtbank kunnen meesturen waarin hij de ware reden van de uitstelwens vermeldde? En vier uur later een bericht naar de wederpartij sturen: dat is te laat. Je moet de wederpartij gelijktijdig informeren.

Mr. X had in de rechtbank verkeerd geïnformeerd, en in strijd gehandeld met gedragsregel 17: welwillendheid en vertrouwen tussen advocaten. Mr. X was al eerder tuchtrechtelijk veroordeeld en krijgt mede daarom een berisping.

Overigens had een begeleidend briefje mr. X waarschijnlijk niet geholpen. In het desbetreffende procesreglement (artikel 1.1.4.10) staat weliswaar dat ‘een door de verzoeker tijdig gedaan verzoek tot aanhouding van de behandeling (..) in beginsel [wordt] gehonoreerd,’ maar dat geldt alleen als de wederpartij akkoord is, zo blijkt uit navraag bij de faillissementsgriffie in Amsterdam. Je moet op het formulier invullen dat de wederpartij akkoord is, anders wordt het verzoek op de zitting behandeld. Mr. X diende het aanhoudingsverzoek 13 minuten voor de deadline in, dus voor uitstel van de zitting aan de hand van eerlijke antwoorden was het simpelweg te laat.

Mr. X kan nog in beroep.

Advertentie