De digitalisering van de rechtspraak, kortweg KEI genoemd, vergt wat meer tijd dan gepland. Het voornemen om digitaal procederen in het voorjaar van 2018 in alle arrondissementen verplicht te stellen, lijkt niet haalbaar.
Dat bleek woensdag in Utrecht tijdens de periodieke bijeenkomst van het College van Afgevaardigden van de NOvA. Volgens de algemene raad van de NOvA moet er de nodige tijd worden ingeruimd voor de evaluatie van de pilot. De Rechtspraak, die de regie voert over de digitalisering, zou open staan voor een ruimere planning.
Op 1 september ging het verplicht digitaal procederen voor civiele handelszaken van start in de arrondissementen Gelderland en Midden-Nederland. De Rechtspraak had het plan de gang van zaken in de beide regio’s na drie maanden te evalueren, met de bedoeling KEI volgend voorjaar over heel Nederland uit te rollen.
Dat tempo ligt te hoog, vindt de NOvA. De orde wil dat een aantal procedures volledig wordt doorlopen, alvorens een oordeel te vellen. Tot dusver zijn er 61 zaken digitaal aanhangig gemaakt, maar deze zaken bevinden zich allemaal nog aan het begin van het traject. De NOvA stelt dat er ook sprake moet zijn geweest van zittingen, inhoudelijke beoordelingen en vonnissen om een goede evaluatie te kunnen doen. Overigens hebben zich tot dusver geen grote problemen voorgedaan.
Als de landelijke uitrol voor civiele zaken eenmaal een feit is, kan KEI worden uitgebreid naar andere rechtsterreinen. AR-lid Ruben Alderse Baas verwacht dat de digitalisering van hoger beroep in handelszaken voorrang gaat krijgen boven kantonzaken of verzoekprocedures.