Dat rechters op hun zeventigste verplicht met pensioen gaan is niet in strijd met het verbod op leeftijdsdiscriminatie. Dat antwoordt minister Stef Blok van Veiligheid en Justitie (VVD) op Kamervragen van D66. Wel is hij bereid de leeftijdsgrens te onderzoeken.
De Kamervragen werden gesteld naar aanleiding van een bericht in NRC: een 67-jarige rechter overweegt een procedure te beginnen tegen de staat wegens leeftijdsdiscriminatie. Volgens Blok is daar geen sprake van. De grens van zeventig jaar is gehanteerd met het oog op doorstroming en voorkomen van individuele beslissingen over het functioneren van een rechter. Voor alle rechterlijke ambtenaren geldt deze leeftijd. Dat is noodzakelijk om de onafhankelijkheid te waarborgen, zegt Blok.
Sinds de leeftijdsgrens werd ingesteld in 1932 is de levensverwachting weliswaar gestegen, maar een direct verband met de levensverwachting is destijds niet gelegd. Van belang was vooral dat de algehele pensioenleeftijd lager lag, antwoordt Blok. Voor de toestroom van ervaren rechters is het oprekken van de grens niet nodig. Volgens Blok is er op dit moment voldoende aanbod van geschikte kandidaten met ruime ervaring.
Onderzoek
Hoewel Blok van mening is dat de Grondwet leeftijdsontslag op goede gronden voorschrijft, is hij wel bereid de wenselijkheid van de leeftijdtijdsgrens te onderzoeken. ‘Dit vergt een bredere afweging,’ schrijft Blok. Daarbij betrekt hij in elk geval de Hoge Raad, Raad voor de rechtspraak, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak. Ook houdt hij rekening met wettelijke leeftijdsgrenzen voor andere beroepen.