Dit kunnen we lezen in een nieuw voorschrift, de Wijzigingsverordening Kwaliteitstoetsen, die aan het begin van de zomer tamelijk terloops door het college van afgevaardigden is gejast. Binnenkort zijn advocaten verplicht om jaarlijks hun kwaliteit te toetsen door middel van intervisie, peer review of intercollegiaal overleg.
Natuurlijk is ook deze regeling hoofdzakelijk bedoeld om de Haagse haviken te apaiseren. Zij zouden de kwaliteitstoets graag als een karwats hanteren, in het bijzonder om de eenpitter te geselen. Gelukkig is het vooralsnog een wassen neus. Je zou kunnen zeggen dat de vrijmibo nu door de orde wettelijk is vastgelegd.
Maar landelijk deken Bart van Tongeren lijkt niet tevreden. ‘We moeten dit als startpunt zien naar een serieuzer en strenger kwaliteitsbeleid,’ heeft hij verklaard.
Wij proberen het alvast serieus te nemen. Op vrijdagmiddag wijzen we nu een speciale gespreksbegeleider aan, die we de Bart noemen. Voor de goede orde is Bart is ook altijd de Bob.
Hoe dat gaat zo’n gestructureerd intercollegiaal overleg? We doen bijvoorbeeld eerst een rollenspel. Ik speel een arme werknemer die voor de deur staat met de mededeling dat hij net ontslagen is. Een collega doet open en zegt iets als: ‘Nee, wij doen alleen werkgevers.’ Vanachter de bar roept een kantoorgenoot: ‘Ga maar lekker naar die eenpitter hier tegenover.’ En Bart vraagt dan kritisch of we die toonzetting wel professioneel vinden. Of we vragen kantoorveteraan Van Drimmelen iets te vertellen over een ouwe zaak. Uit de tijd dat hij voor een pleidooi in Groningen logeerde bij de procureur die hem de volgende dag bij de rechtbankpresident zou introduceren. Goed voor het historisch besef.
De bedenkers van de kwaliteitstoets gaat dit niet ver genoeg. Liefst zouden zij een speciale Haagse Bart langs sturen voor een ‘peer review’. Dat is dan een deskundige die voor veel geld in de dossiers komt snuffelen, om vervolgens te vertellen wat er anders had gekund. Vroeger heette zo iemand een patroon. Dat was een ervaren advocaat die de tijd nam om zijn stagiaire het vak bij te brengen.
Kwaliteitstoets en feedbacksystemen zijn overigens al jaren onderwerp van discussie binnen de orde. En er waren best aardige ideeën bij. Zo opperde oud-deken Jan Loorbach in 2012 om zittingen te laten bijwonen door een soort ‘panel van hoogwaardige gepensioneerde advocaten’. Zij zouden dan kunnen observeren hoe advocaten presteren in de rechtszaal. Dat idee haalde het niet. De meeste advocaten blijken namelijk nooit een zitting te hebben.
Misschien moet de orde ook daar eens over nadenken.