Anti-kernwapenactivist Meindert Stelling is door het Hof van Discipline in hoger beroep geschrapt. Het Hof bevestigt hiermee het oordeel van de Raad van Discipline in Den Haag van 21 maart 2016.
Stelling werd onder andere bekend door zijn felle optreden als advocaat van anti-kernwapenorganisaties en de tuchtzaak over het feit dat hij een Advocaat-Generaal vergeleek met een ‘Furchtbare Jurist’.
De klachten in de onderhavige zaak hielden in dat hij een onderzoek van de deken frustreerde, dat hij de deken niet toeliet op kantoor en dat hij zich beledigend uitliet over de deken en over rechters.
Frusteren van dekenonderzoek en kantoorbezoek
Volgens het hof heeft Stelling inderdaad het dekenonderzoek gefrustreerd. Die klacht werd dan ook gegrond verklaard.
De klacht van de deken over de weigering hem op het kantoor toe te laten gaat echter onderuit. Stelling hield kantoor aan huis en had het kantoorbezoek van de deken geweigerd met een beroep op het huisrecht (artikel 12 lid 1 Grondwet). Volgens het Hof van Discipline bieden de Advocatenwet en de Algemene wet bestuursrecht geen wettelijke grondslag voor het binnentreden van een woning. Het hof stelt daar tegenover dat het een behoorlijk advocaat niet past zich aan het toezicht te onttrekken door zich op het huisrecht te beroepen.
Maar ook de deken krijgt een veeg uit de pan: door na de weigering meteen te dreigen met een tuchtklacht heeft de deken bijgedragen aan een onnodige escalatie. De deken had in plaats daarvan ook kunnen uitleggen waarom hij een kantoorbezoek nodig vond, aldus het hof. Daarom wordt dit bezwaar van de deken ongegrond verklaard.
‘Barbaarse immoraliteit’
Stelling had de deken ‘een in juridische, intellectuele en morele zin door en door corrupte deken’ genoemd. Ook stelde hij in een brief: ‘Ik wens mij geenszins te encanailleren met de meest verwerpelijke soort advocaten, waarvan de deken het prototype schijnt te zijn. Iedere suggestie dat er sprake zou zijn van enige gelijkgestemdheid tussen de deken en mij, acht ik beledigend’ en ‘maar in zijn stupide arrogantie van de macht houdt hij vast aan een evident met de Grondwet strijdige handelwijze’. Onnodig grievend en tuchtrechtelijk laakbaar, oordeelt het hof.
Datzelfde gold voor de open brief waarin Stelling het Hof van Discipline ervan beschuldigde te kiezen ‘voor onwettigheid en voor een barbaarse immoraliteit, waarin de nucleaire vernietiging van steden niet onvoorwaardelijk wordt afgewezen, en zodoende de waarde en waardigheid van ieder mens wordt ontkend’.
Het hof overweegt dat advocaten een bijzondere verantwoordelijkheid hebben tegenover de rechtsstaat en dat het ondermijnen van het gezag van de rechterlijke macht de stabiliteit daarvan kan aantasten. Volgens vaste Europese rechtspraak is het recht op vrijheid van meningsuiting voor advocaten niet onbegrensd, maar brengt hun speciale positie met zich mee dat zij zich in de publieke sfeer discreet, eerlijk en waardig dienen te gedragen. Inhoudelijke kritiek op rechterlijke uitspraken in stellige, scherpe bewoordingen is toegestaan, zeker als het gaat om een maatschappelijk belangrijk onderwerp als de plaatsing van kernwapens. ‘Maar een advocaat kan niet zijn toevlucht zoeken tot grove belediging van leden van rechterlijke colleges,’ aldus het hof in een persbericht.
‘Buiten de orde’
Volgens het hof houdt Stelling ondanks eerdere veroordelingen niet op rechterlijke colleges en de deken ernstig te beledigen in zijn pogingen om alsnog gelijk te krijgen en is de kans daarom groot dat hij hiermee door zal gaan. ‘Hij plaatst zich daarmee buiten de orde, en is als advocaat niet langer te handhaven,’ aldus het hof in zijn uitspraak.