Als je het adres van de wederpartij niet kent, moet je wel een beetje je best doen dat te achterhalen. Tegen de tijd dat mr. X uitgezocht was, was de vordering verjaard.

Arme cliënt van mr. X… Hij kocht in 2008 een tweedehands auto die van diefstal afkomstig bleek te zijn. Hij ging keurig naar de politie, die de auto in beslag nam. Hij deed aangifte tegen de verkoper, maar dat werd niks wegens gebrek aan bewijs. Dan maar naar een advocaat voor een artikel 12 Sv–procedure. De advocaat kreeg het strafdossier en deed vast wel zijn best, maar de procedure leverde niets op.

Toen kwam de cliënt bij mr. X met de vraag de koopsom van de verkoper terug te vorderen. Dat was in augustus 2011.

Twee jaar later stapte de cliënt naar de deken: het schoot maar niet op met mr. X. Die verdedigde zich: het lukte niet om het adres van de verkoper te achterhalen. Mr. X had een poging gedaan tot openbare betekening, maar dat was mislukt. Met excuus aan de cliënt.

Mr. X zocht verder, en in februari 2014 wist hij dan eindelijk waar de verkoper woonde. Het adres had al die tijd verscholen gelegen in het strafdossier dat de vorige advocaat van de cliënt onder zich had. Op 28 mei 2014 liet mr. X een dagvaarding betekenen bij de verkoper – maar helaas, hij was te laat: volgens de kantonrechter was de vordering verjaard.

In hoger beroep gaf het Gerechtshof de kantonrechter gelijk. Volgens het Hof had de cliënt met een eenvoudig onderzoek het adres kunnen achterhalen. Hij had de verkoper toch kunnen bellen en de gegevens kunnen opvragen? Al hij het nummer niet meer had, had hij dat toch via zijn provider kunnen opvragen? Daar kwam nog bij dat het adres al die tijd keurig in het strafdossier van de vorige advocaat had gezeten.

Het wordt ook een tuchtzaak, waarin mr. X wel toegeeft dat er het een en ander is fout gegaan, maar waarin hij de cliënt verwijt dat die niet zelf met het adres is gekomen – die had het proces-verbaal waar het instond.

Maar de tuchtrechter in ‘s-Hertogenbosch vindt dat mr. X beneden de maat heeft gepresteerd. Hij had de cliënt niet op de verjaringstermijn gewezen, wat in strijd is met gedragsregel 8. Hij had onvoldoende voortvarend gehandeld en zich onvoldoende ingespannen het adres van de wederpartij te achterhalen. Dat de cliënt niet alle informatie had gegeven, deed daaraan niet af.

Mr. X krijgt een waarschuwing, maar kan nog in beroep.

Advertentie